- 598 - |
|||||
|
|||||
Nadat
ze de dag voordien met de motorhome, waarin hun honden stiekem verscholen
zaten, het Engelse Gibraltar voor enkele uurtjes hadden bezocht, toonde henry
op 16 april aan Timi vanop de weg naar Tarifa hoe een zeeschip langs de
smalle doorgang tussen Europa en Afrika de Middellandse Zee verliet. Timi zag
zo voor het eerst de Afrikaanse kust als een wazige, blauwe streep die zich
aan de overzijde van het water vermengde met de roze wolken erboven. Later
staken ze de grens over van Spanje naar Portugal en belandden eerst in Elvas
en de dag nadien in Estremoz, twee volledig ommuurde stadjes met kleine
winkeltjes en smalle straatjes zoals in de middeleeuwen. Daar vielen de grote
godsdienstige beelden nog veel meer op dan elders in Portugal en Spanje. Op
maandag 18 april bezochten ze Arraiolos, dat gekenmerkt werd door allemaal
witte huizen met blauw omrande deuren en vensters. Tot
daar was alles tamelijk kalm en rustig verlopen, maar plots stortten ze zich
vanuit die stilte via een hangbrug van drie kilometer lang – ‘de brug van 25
april’ die ze mits betaling konden oversteken – in het hels lawaai van de
hoofdstad van Portugal: Lisboa ofte Lissabon. Eens de voornaamste stad van
Europa, van waaruit destijds grote ontdekkingsreizigers waren vertrokken.
Binnenin deze stad zocht henry een plaatsje voor zijn motorhome tussen al de
auto’s, die in vier rijen kriskras onder elkaar geparkeerd stonden. Hoe
gingen die allemaal later kunnen vertrekken? Nog een geluk dat de Portugezen
goede chauffeurs waren of anders was henry er met zijn motorhome niet zonder
blutsen en krassen weggeraakt. Lang geleden, nadat een grote aardbeving met
een brand de stad in 1755 geheel had verwoest en daarbij veertigduizend doden
had geëist, werd Lisboa volledig heropgebouwd met loodrecht op elkaar staande
straten. De bevolking en de toeristen voelden er zich nu zeer veilig: op de
hoek van elke straat stonden politiemensen op de uitkijk. Maar in het ouder
stadsgedeelte Alfama met z’n vele kronkelstraatjes, loslopende honden en
wasgoed dat aan de voorgevels en aan de vensters hing te wapperen, vonden henry
en Timi geen politie meer. Daar zagen ze het consultatiebureau van een dokter
dat nog kleiner was dan een tuinhuisje. En toen ze bij de bakker brood
kochten, waarschuwde de vrouw henry dat een dief het op zijn camera had
gemunt. Nadat
ze enkele andere Portugese steden hadden bezocht, arriveerden henry en Timi
vijf dagen later in Peniche, een vissershaven die gekend was voor het
barbecueën van pas gevangen inktvissen en sardines. Tachtig percent van de
inwoners leefde er van de visvangst. De koks deden er hun best in de late
namiddag en avond met eenvoudig materieel. Tenminste als het met de snel
wisselende weersomstandigheden wat meezat. Want zon, storm, wind en
windstilte losten elkaar voortdurend af. Men at er om zo te zeggen vlak naast
de zee. |
|||||