- 600 - |
|||||
|
|||||
Maar na een
tijdje viel het henry daar op dat er uiterst weinig auto’s reden op zijn weg,
de enige weg die door dat gebied liep en die hij moest volgen om van Ledesma naar
de op de kaart aangeduide stuwdam te rijden. Het landschap was woest en hij
ontwaarde meer roofvogels dan mensen. Om het halfuur passeerde een zeldzame
auto in deze totaal desolate streek. Links en rechts van de baan zag henry
enkel een eindeloze dorre grasvlakte. Niemand of niets te zien, tenzij die
roofvogels natuurlijk en soms eens een reiger of een ooievaar. Een en al
vredige stilte, dus blijkbaar geen politie nodig, zou men zeggen. In Gent
zegden ze bij zoiets: “Ge kost daor mee eu gat bluut lupe.” Rond de middag
stopte henry nabij een groot water om daar samen met Timi in de motorhome te
lunchen. Terwijl hij de maaltijd bereidde, maakte Timi de drie grote honden
met de leibanden vast aan een boom om ze wat verse lucht te gunnen en
ondertussen ook eten en water te geven, terwijl ze de kleine yorkshire liever
mee naar binnen nam tijdens het eten.
Terwijl ze
daarna gezellig aan het eten waren, keek Timi net uit het plastieken raam van
de eetplaats toen een ooievaar voorbij kwam vliegen, die een eind verder
neerstreek op een boom, achter een klein heuveltje. Ze was ervan overtuigd
dat die daar een nest had gebouwd en misschien wel met jongen zat. Daarom
besloot henry om daar na de maaltijd naartoe te wandelen en het nest eens te
filmen. En toen is het gebeurd! “Poeske,” had hij gezegd, want zo sprak hij haar altijd aan, “ik
denk dat ik vanop dat heuveltje met mijn zoomlens gemakkelijk dat nest
voldoende dichtbij kan halen. Ik zal dus niet lang weg zijn.” Maar toen hij
op dat heuveltje was aangekomen, merkte hij dat dit niet het geval was en dat
hij nog een eindje verder moest wandelen om het nest voldoende scherp te
kunnen filmen. Hij keerde zich om, maakte enkele gebaren naar de motorhome om
duidelijk te maken dat hij nog wat verder moest wandelen, dacht verkeerdelijk
dat Timi zijn gebarentaal had gezien en verdween achter het heuveltje. Enkele
minuten later zag Timi vanuit de motorhome plots drie bandieten met lange,
vuile baarden uit het niets opdagen. Nog net kon ze ongezien de ingangsdeur
van de woonruimte sluiten en zich met de yorkshire verschansen achter de deur
van de afgesloten toiletruimte. Door een kier zag ze hoe de bandieten direct
de motorhome omsingelden, door de ruiten keken en overal probeerden binnen te
dringen. Toen dat niet meteen lukte, kreeg een van hen de mooie honden in het
oog en wilde ze stelen. Het koppel collies kroop verschrikt achter de boom,
maar de husky gedroeg zich strijdvaardig en begon grommend zijn tanden te
ontbloten. Maar voor de ruige bandiet was dit blijkbaar nog niet
afschrikwekkend genoeg en hij naderde tot op amper enkele meters. Op dat
moment zag Timi hoe de husky plots een metamorfose onderging om in die
situatie zijn roedel te beschermen: hij zwol op en werd twee keer breder en
struiser, zijn helderblauwe ogen werden bloedrood en zijn gebochelde nagels
veranderden in lange, kromme klauwen, die hem precies schenen op te tillen.
Met één uithaal rukte hij de lompen van de man totaal aan flarden en die
begon bijna geheel ontbloot en fel bloedend woest te gillen van de pijn.
Terwijl Tosca zich trachtte los te rukken, maakten de drie bandieten zich op
een-twee-drie uit de voeten en besloten nu woedend om op zoek te gaan naar de
chauffeur van de motorhome. |
|||||