- 608 -

 

 

 

Die lag middenin een woeste, onherbergzame streek, waarin Willem Tell zich destijds schuilhield voor zijn machtige vijanden. Op enkele grote muurschilderingen van die kapel werd het leven en de strijd van Tell afgebeeld: een stille, onafgebroken eerbiedwaardige herdenking van een van oudsher vermaarde vrijheidsheld, die zich inzette voor zijn volk en hiervoor indien nodig zijn kruisboog met militaire precisie wist te gebruiken.

 

 

 

 

 

 

In Küssnacht stond de Astridkapelle nabij het stenen kruis, dat men had geplaatst waar men op 29 augustus 1935 het dode lichaam had gevonden van de zeer geliefde jonge Belgische koningin Astrid. Die plaats had men ommuurd en daar nam henry een foto van Timi, die achter het kruis de stronk van de perenboom bekeek waartegen de auto van de koning was gebotst. Meer dan een halve eeuw later had een wervelstorm die boom vernietigd, meer bepaald op 21 augustus 1992, waarna men zijn resten had overgebracht naar het historisch museum van Küssnacht.

 

 

 

Vanaf Wilderswil kwam de toerist eigenlijk in het echte Zwitserland met zijn hoge besneeuwde bergtoppen en typische Zwitserse huisjes en berghutten. Aan de ingang van de Trümmelbachfälle moest men diep in z’n portemonnee tasten, maar het was toch een bezoek waard: na een zeer steile rit met een tandtreintje zag men hoe het smeltwater van drie besneeuwde bergen van elk zowat vierduizend meter hoog met een oorverdovend gedonder in tien bruisende watervallen doorheen de rotsspleten werd geperst. Per seconde zocht hier twintigduizend liter water zijn weg naar beneden. Op de Grimselpass was men in een veel koudere omgeving beland met drie enorme stuwdammen. Saas-Fee, ‘de parel van Zwitserland’, was dan weer iets geheel anders. Daar was geen vrije toegang. De slagboom ging daar maar omhoog als men er een ticket nam die achteraf het vereiste parkeergeld moest opleveren. De parkings lagen er achter de slagboom en vóór het stadje. Voor de motorhomes was een aparte parking voorzien. Alleen de elektrische wagentjes van de hotels mochten in Saas-Fee rondrijden, om de hotelgasten met hun bagage te vervoeren. Ook Zermatt liet geen auto’s toe, waardoor henry zijn motorhome met de drie grote honden erin in een permanente schaduw van de parking aan het station van Sankt Niklaus achterliet en samen met Timi en haar miniyorkshireterriër Steffi kon genieten van een echte aanrader: een weliswaar duur maar zeer aangenaam treinreisje naar Zermatt. Dit sneeuwdorp was op zichzelf al bezienswaardig genoeg, maar men kon vandaar ook per tandradtrein via de op één na hoogste bergspoorweg van Europa naar Gornergrat rijden om de Matterhorn van dichtbij te bekijken, een berg met een typisch spitse top die Zermatt zo beroemd maakte.