- 621 - |
||||||
|
||||||
Op dat moment
traden henry en Timi bij haar binnen. De substituut knikte even en toen henry
haar over zijn zaak begon te polsen, gaf ze ontwijkende antwoorden. “Ja,” voegde
ze er op het laatst aan toe, “als ge niets wilt tegenkomen, moet ge maar
thuisblijven.” Dat was dan de idiote raad van een substituut-procureur, die
er eigenlijk moest voor zorgen dat het de bandieten waren die moesten
afgeschrikt worden, zodat niet ‘iedereen in zijn huis moest blijven’…
Commandant henry kon zijn oren niet geloven en samen met Timi vertrok hij
hoofdschuddend uit het bureau. “Nog een geluk,” dacht hij, “dat de militairen
allemaal uit een ander deeg waren gekneed.” Daarna nam hij contact op met
enkele van zijn belangrijke relaties, onder andere een hoge officier van de
Rijkswacht en een rechter uit West-Vlaanderen. Die gingen ‘achter de
schermen’ op onderzoek uit en het resultaat was verbluffend: één lid van de ‘Bende
van Leffinge’ was de zoon van een West-Vlaamse burgemeester en deze laatste
had ervoor gezorgd dat alles in de doofpot werd gestopt. Dat was gebeurd
terwijl henry, die toen nog volop vertrouwen had in het Belgisch
rechtssysteem, met enkele reizen per motorhome het leven van Timi aan het
opvrolijken was.
|
||||||