- 635 - |
||||
Bij het voltooien van dit
schokkend doek ‘Rituele Slachtingen’ schreef henry, die al van kindsbeen af
een echte dierenvriend was geweest, als commentaar: “Toen immigranten in
maart 1999 terug schapen mochten slachten in Gent voor hun godsdienstig
ritueel, kwam mijn gemoed hiertegen in opstand. Ik begon aan dit schilderij
en werkte er negen maanden aan, precies even lang als een vrouw die een kind
in haar schoot draagt.” Want voor henry was deze Expressieve een zeer
moeilijke geboorte. Hij was woest – en vanuit zijn Vlaamse cultuur gezien was
dit normaal – omdat hij niets tegen zo’n krankzinnig gedoe mocht ondernemen:
die dieren werden door ‘de mens’ vermoord op een beestachtige manier en dat
dan nog terwijl zij konden zien hoe naast hen ook door ‘de mens’ hun maatjes,
met wie ze van ‘de mens’ maandenlang vreedzaam op de weide hadden mogen
grazen, op een even verschrikkelijke manier werden gekeeld. Sommige messen
die de immigranten hiervoor gebruikten, waren zelfs zó stomp, dat de dieren
eerder de keel werden doorgezaagd dan doorgesneden. Woest was henry, omdat in
zíjn Vlaanderen, in zíjn Gent, vreemde volkeren mochten vertoeven, die van de
linkse partijen officieel de toelating kregen om brave dieren op een
beestachtige manier af te maken, op een manier die zelfs voor de eigen
bevolking niet toegelaten was. Die vreemde volkeren, die immigranten, bleken
moslims te zijn die in groten getale door de linkse partijen in het land
werden binnengelaten en de linkse partijen hoopten met hun overdreven
tegemoetkomingen aan hen met hen de beste maatjes te kunnen worden, zodat ze
op hun stemmen zouden kunnen rekenen in de volgende verkiezingscampagnes. De
linkse partijen, die al dertig jaar de plak zwaaiden in Gent, hadden immers
duidelijk aangevoeld dat ze hun steun bij de eigen bevolking stilaan aan het
verliezen waren en daarom waren ze bereid om te heulen met die immigranten;
de eigen bevolking moest het dierenleed er maar bij nemen. Met de linkse
Snel-Belgwet werden duizenden immigranten vlugvlug tot Belg genaturaliseerd
om hen stemrecht te verlenen. Maar zulke manoeuvres waren de eigen bevolking
in Vlaanderen in het verkeerde keelgat geschoten en die koos nu meer en meer
voor de rechtse partijen. Antwerpen was de eerste grote Vlaamse stad waar de
rechtse partijen zegevierden. De Franstalige Belgen – Walen en franskiljons – die grotendeels politiek
links gericht waren, hadden sinds het ontstaan van België met de hulp van Frankrijk
in 1830 altijd de veel talrijkere Vlamingen overheerst en uitgezogen en
schrokken nu plots van de toenemende Vlaamse gedachte. De Franstaligen
probeerden die opmars nog op allerlei manieren te stuiten, onder andere door
zoveel mogelijk immigranten in België binnen te laten, van wie een groot deel
voorzeker Frans ging blijven spreken en dus Vlaanderen zou helpen verfransen.
Intussen moest de aandacht van de Vlamingen afgeleid worden: geef ze brood en
spelen, zoals bij de Romeinen, en geef ze nóg meer voetbal- en
wielerwedstrijden. En ingeval deze afleidingsmanoeuvres nog niet zouden
volstaan, moest al wie tegen de immigranten was als ‘racist’ of ‘fascist’ of
‘extremist’ bestempeld worden. Het woord ‘racist’ begon in België zelfs erger
te klinken dan het woord ‘moordenaar’. En de linkse partijen, die op dat
moment in België nog steeds aan de macht waren, stemden vlug de nodige wetten
om ‘racisten’ zwaar te bestraffen met boetes, uitsluitingen en zelfs gevang. |
||||