- 685 -

 

 

Maar dat ik daar wel voor moest betalen. Ik zei dat dit niet nodig was. Dat zullen we dan maar eens zien, lachten ze, en één van hen stampte ‘per toeval’ tegen een bokaal die daar op dat schap stond. Mijn bokaal kapot en mijn koopwaar lag over de vloer verspreid. Grinnikend zijn ze vertrokken. Ik heb nog nooit zoveel schrik gekregen. Ik doe mijn winkel al vijftien jaar, met plezier. Maar nu stop ik ermee. Ik heb schrik. Ik zal waarschijnlijk geen werk meer vinden. Spijtig, maar ge zult uw producten elders moeten gaan kopen.”

 

*+*

 

WILLEKE  EN  HAAR  GARAGE

 

Een goede twee jaar geleden heeft mijn man me laten zitten. Ik was zevenendertig jaar en had geen inkomen en zocht naar werk. Na drie maanden zette mijn huisbaas me buiten omdat ik de huur niet meer kon betalen. Ik ging naar het OCMW om geholpen te worden, om een sociale woning te krijgen. Daar zeiden ze me dat ze niks voor mij konden doen, omdat ze de richtlijnen van de EU moesten volgen, die hen oplegden om in eerste instantie de vreemdelingen te helpen. Ik mocht dus opkrassen. Ik vond een garage die leeg stond. Voor weinig geld kon ik die huren en ik bracht er mijn klein beetje gerief naartoe. Daar was geen vuur, geen gas, geen water, geen elektriek en geen wc. In de winter heb ik het daar erg koud. Ik leef daar nu al twee jaar in. Van tijd tot tijd ga ik nog eens naar het OCMW om te zien of ze me nog niet kunnen helpen. Maar de laatste tijd laten ze me urenlang gans alleen in de wachtzaal zitten. Zoals de laatste keer. Terwijl ik daar toen opnieuw al een hele tijd zat, kwam er plots een moslim met zo’n lange, vuile baard binnen. Hij ging rechtop middenin de wachtzaal staan en keek naar al die gesloten deuren van de bureaus. Toen begon hij heel, maar dan ook héél hardop te schreeuwen dat ze allemaal racisten waren. Hij zwaaide vervaarlijk met zijn armen en ik kreeg echt schrik. Hij riep dat hij hier pas was aangekomen met zijn familie en dat ze verplicht waren om hem dus een huis te geven. Plots vlogen al die deuren open en al die bedienden kwamen hem kalmeren. En hij mocht direct een bureau binnengaan. Naar mij keken ze niet eens om. Die moslim heb ik een tijdje later fijntjes lachend zien vertrekken. Maar ik heb daar nog een paar uur tevergeefs zitten wachten. Ik woon nu nog altijd in die garage en de moed zakt in mijn schoenen.

 

*+*

 

POL,  DE  GROENTEBOER

 

In een straat in het centrum van Gent had ik al jarenlang een groentewinkel. Het was hard werken van ’s morgens tot ’s avonds. Ik had veel klanten en verdiende er goed mijn brood. Tot wanneer met dat opengrenzenbeleid van de EU de vreemdelingen beetje bij beetje de huizen in mijn straat begonnen in te palmen. In het begin kwamen ze zich nog bevoorraden in mijn winkel. Eerlijk gezegd, ik zag het gevaar niet aankomen. Maar op een dag opende een vreemdeling ook een groentewinkel in mijn straat en dat was de doodsteek voor mijn handel. Al die vreemdelingen gingen vanaf dan bij hem gaan kopen. Omdat hij van hun ras was natuurlijk. Ik heb mijn winkel moeten sluiten en zit nu zonder werk. ’t Is erg. Onze politiekers trekken zich geen zier aan van ons. Als zij maar hun zakken kunnen vullen en van alle profijten en profijtjes kunnen genieten. Ik ga alleszins niet meer voor hen stemmen. Liever voor een Vlaamse partij die de grenzen opnieuw zal sluiten.

 

*+*