- H,m4,h1,3 - |
||||
Keizer Karel V
werd in Gent geboren op 24 februari 1500 en kreeg nadien zijn opvoeding in
Mechelen, eveneens in Vlaanderen. Hij werd katholiek opgevoed tot een zeer vroom vorst. Reeds op 5 januari
1515 en dus op veertienjarige leeftijd werd hij volwassen verklaard om kort
nadien keizer te worden. Hij nam een schare edelen mee en vestigde zich in
Spanje van waaruit hij zijn machtig rijk begon te besturen. Een rijk dat hij
regelmatig groter maakte... De Vlaamse stad Antwerpen werd het middelpunt van
de wereldhandel. Vlaanderen kende een bloeitijdperk. Gent kwam echter in 1539
in opstand om zijn vroegere voorrechten te herwinnen, doch Keizer Karel
stuurde zijn leger op de Gentenaars af en aarzelde niet om zijn geboortestad
streng te straffen. De voornaamste Gentse leiders werden gedood en de andere
moesten met een strop rond de hals in hun hemd vóór de keizer defileren.
Aldus kregen de Gentenaars hun bijnaam 'de Stroppendragers' of 'de Stropkes'. Een bijnaam waarover ze heden
ten dage fier zijn, omdat ze de enigen waren die het aandurfden om in
die tijd tegen Keizer Karel in opstand te komen.
Keizer Karel
had een goede verstandhouding met de Paus om aldus nog beter macht te hebben
over zijn volk. Daarom trad hij op tegen de Protestanten. Hij organiseerde
samen met de katholieke leiders de inquisitie. In gruwelijke marteltuigen
werden honderden mannen en vrouwen tot bekentenissen gedwongen, om daarna op
de brandstapel de dood te vinden. Enkel en alleen omdat ze een andere
godsdienst hadden. Dit gebeurde vanaf 1546, toen hij de verschrikkelijke Alva
met een leger vanuit Spanje stuurde om de ketters te onderdrukken. Terwijl
bij de katholieken de priesters de enige geletterden waren, die aan hun
gelovigen voorschreven hoe ze volgens de bijbel
moesten leven, konden de geletterde protestanten, onder wie de meeste
intellectuelen waren, zelf de bijbel lezen. Om aan de inquisitie te
ontsnappen, week deze elite uit naar andere streken, meestal naar het
noordelijker Nederland. Hierdoor kende Nederland zijn 'gouden eeuw', terwijl
Vlaanderen in een zwart gat viel. Keizer Karel had gebrek aan staatkundig
inzicht en was te weinig zelfstandig. Hij klampte zich te veel vast aan de
paus en nam beslissingen op verkeerde momenten. Daardoor liep op het einde
van zijn regeerperiode alles verkeerd af. Het protestantisme en het
katholicisme stonden recht tegenover elkaar en dit zal in de Westerse wereld
vele slachtoffers maken. Keizer Karel trad af in 1555 en stierf in 1558. |
||||