|
Vanaf 1830 tot
1940, in de periode van de Belgische onafhankelijkheid tot en met het
interbellum, ontstonden er verschillende nieuwe kunstrichtingen in België. De
kunst kwam als het ware in een stroomversnelling.
Vele kunstenaars waren niet meer geïnteresseerd in het Realisme, dat stilaan
het domein werd van de fotografie. De camera obscura,
een donker kastje waarin doorheen een gaatje een beeld wordt gevormd, werd
ontdekt omstreeks het jaar 1000 door de Arabische geleerde Ibn al Haytam en pas in 1568
verbeterd door Johan Danielo Barbaro.
Hij maakte het gaatje groter en plaatste er een lensje in. In 1837
perfectioneerde de Parijse kunstschilder Daguerre
een methode om met de camera gemakkelijk foto's te maken. Maar in Engeland
ontwikkelde William Fox Talbot een nog betere
methode, waarbij van negatieven gemakkelijk een gewenst aantal positieven kon
worden vervaardigd. In de volgende jaren werd de fotografie door allerlei
uitvinders voortdurend verbeterd. In 1888 bracht de Amerikaan Eastman de
Kodak in de handel. Met dit gemakkelijk toestel konden zelfs amateurs met een
simpele klik realistische foto's maken.
In België lieten vele kunstenaars het Realisme voor wat het was en gingen op
ontdekkingstocht. De Oostendse kunstschilder James Ensor (1860 - 1949) werd wereldberoemd met zijn
maskerades. Maar niet alle kunstenaars hadden het geluk zo lang te leven als
hem.
Een eerste reactie tegen het Realisme was het Impressionisme, waarvan de
Franse kunstschilder Monet de vader is. De Impressionisten willen indrukken
weergeven, waarbij de details worden verwaarloosd. In hun doeken speelt het
licht een enorm grote rol. Ze gebruiken zelfs zuivere kleuren en mengen ze
niet meer op hun palet. De omtrekken van de voorwerpen worden niet meer
weergegeven en ontstaan door het tegen elkaar opstoten van gekleurde vlakken.
Van de vele Belgische impressionisten vermelden we er slechts vier. Willem
Vogels (1836-1896), een autodidact, is de eerste Belgische impressionist.
Henri Evenepoel, geboren in 1872, werd door zijn
kunstwerken beroemd, hoewel hij reeds op 27-jarige
leeftijd overleed! Emiel Claus (1849-1924) was een meester in het weergeven
van de trillingen van het licht. Albert Baertsoen
(1866-1922) schilderde graag besneeuwde straten.
|
|