|
De Gentenaars
begonnen de nadelen van de oorlog aan den lijve te ondervinden. Velen hadden
honger. Er was gebrek aan voedsel. Sommigen begonnen zich te verzetten tegen
de bezetter. Anderen sloten zich zelfs aan bij het gewapend verzet dat onder
de naam "De Witte Brigade" was ontstaan.
Op zekere dag waren de treinrails gesaboteerd nabij de Jozef Vervaenestraat. Een trein vol boter kantelde en de Duitse
bewakers, die boven op de wagons zaten, stikten onder het romige melkproduct.
De bezetter nam maatregelen. Edmond werd met andere
jonge mannen uit de buurt aangeduid om gedurende onbeperkte tijd 's nachts de
wacht te houden op de spoorweg. Gedaan met zijn pikkels in de nachtelijke
uurtjes te warmen tegen de voetjes van zijn vrouw.
Daar stond hij dan in de donkerte, net zoals vele anderen. Elk was
verantwoordelijk voor zo 'n honderd meter spoorweg. Zij werden aansprakelijk
gesteld voor al wat ging gebeuren op hun terrein. De Duitsers hadden zelfs
aan hen meegedeeld dat, indien ze de daders niet konden vatten, ze zelf tegen
de muur zouden worden gesteld en gefusilleerd.
Edmond had zich midden in zijn zone opgesteld en
zag in de duisternis met moeite tien meter ver. Hij hoopte enkel dat de
mensen van de Witte Brigade hem zouden sparen. Ongewapend was hij zelfs niet
eens in staat tegen hun acties te reageren. Terwijl hij daar stond, zag hij
duidelijk in dat hij gelijktijdig een schietschijf voor de
"witten" en een gijzelaar voor de "zwarten" was.
Uiteindelijk zal ik verplicht zijn kant te kiezen, besloot hij, want als ik
neutraal blijf, ben ik de speelbal van beide kanten.
|
|