- N,m6,h7,8 -

 

 

 

 

 

 

 

SITUATIES (1)

 

 

 

 

 

 

De Gentenaars begonnen de nadelen van de oorlog aan den lijve te ondervinden. Velen hadden honger. Er was gebrek aan voedsel. Sommigen begonnen zich te verzetten tegen de bezetter. Anderen sloten zich zelfs aan bij het gewapend verzet dat onder de naam "De Witte Brigade" was ontstaan.

Op zekere dag waren de treinrails gesaboteerd nabij de Jozef Vervaenestraat. Een trein vol boter kantelde en de Duitse bewakers, die boven op de wagons zaten, stikten onder het romige melkproduct.

De bezetter nam maatregelen. Edmond werd met andere jonge mannen uit de buurt aangeduid om gedurende onbeperkte tijd 's nachts de wacht te houden op de spoorweg. Gedaan met zijn pikkels in de nachtelijke uurtjes te warmen tegen de voetjes van zijn vrouw.

Daar stond hij dan in de donkerte, net zoals vele anderen. Elk was verantwoordelijk voor zo 'n honderd meter spoorweg. Zij werden aansprakelijk gesteld voor al wat ging gebeuren op hun terrein. De Duitsers hadden zelfs aan hen meegedeeld dat, indien ze de daders niet konden vatten, ze zelf tegen de muur zouden worden gesteld en gefusilleerd.

Edmond had zich midden in zijn zone opgesteld en zag in de duisternis met moeite tien meter ver. Hij hoopte enkel dat de mensen van de Witte Brigade hem zouden sparen. Ongewapend was hij zelfs niet eens in staat tegen hun acties te reageren. Terwijl hij daar stond, zag hij duidelijk in dat hij gelijktijdig een schietschijf voor de "witten" en een gijzelaar voor de "zwarten" was. Uiteindelijk zal ik verplicht zijn kant te kiezen, besloot hij, want als ik neutraal blijf, ben ik de speelbal van beide kanten.