- e03 - |
||
|
||
hem omver te rijden." - "Heb je de stadsdienst en de politie dan niet verwittigd?" vroeg Timi. "Neen. Ik durf dat niet. Wat gaan die allochtonen dán niet doen?! En ik kan moeilijk verhuizen met mijn ziekelijke vrouw..." * * * * * * * Een complex spotlicht straalde kleurrijke lichtbundels op een draaiende partybol. Ontelbare sterretjes cirkelden op de muren. De muziek stond hard. Lachend kwam henry na een ferme bebop met Timi naar zijn plaats aan de rand van de dansvloer. "Ik heb je daarnet gezegd dat ik ook in Gent heb gewoond. Dat was op de Brugse Poort", vervolgde met luide stem de kunstenaar, die henry die avond nog maar pas had leren kennen. "Waarom heb je Gent verlaten?" riep henry. "Omdat het er te gevaarlijk werd. Ik woonde al vele jaren op de hoek van een steegje. In dat straatje parkeerde ik altijd mijn auto. Op zeker moment begonnen daar regelmatig veel auto's van moslims toe te komen. Ze begonnen er een woning te gebruiken voor hun gebedsbijeenkomsten. Die kerels hebben veel kinderen, man! Op zekere keer merkte ik dat die gastjes zomaar over mijn auto begonnen te lopen. Ik ging er naar toe en zei dat ze dat niet mochten doen. Die moslims vonden echter dat ik daar mijn auto niet mocht stellen. Deze straat is voor iedereen, zei ik. Door hun houding voorzag ik problemen. Ik verwittigde de politie, maar toen die hoorde in welke gebuurte ik woonde, wilde ze niet komen omdat het een 'risicobuurt' was. 't Best is om te verhuizen, zei ze, we houden ons met geen burenruzies bezig. En toen kwam een groep moslims met grote messen naar mijn huis. Gelukkig heb ik een jachtgeweer. Met vergunning. Ik ben buitengegaan en heb in de lucht geschoten. Ze zijn vertrokken. Kort nadien ben ik voor alle zekerheid verhuisd. Voor mijn vrouw en mijn vijf kinderen." * * * * * * "Zeg, henry, ik ben er geweest, hé." Aan de andere kant van de lijn bracht een expressieve kunstschilder aan henry, die zelf niet op de uitnodiging was ingegaan, verslag uit over de opening van een groots ingericht museum in Wallonië. "Omdat ik als je plaatsvervanger aanwezig was, mocht ik vooraan staan. Tussen de machtige Waalse partijbonzen! 't Plezante was dat ze niet wisten dat ik een Vlaming was. De enige. Want, kijk, toen de speech was beëindigd en het lint met veel applaus doorgeknipt, hoorde ik dat ze ons, Vlamingen, begonnen uit te lachen. Et tout ça avec l' argent des Flamands, schaterden die politiekers tot elkaar. En dat allemaal met het geld van de Vlamingen! Stel je voor! 'k Heb dat museum gezien. Dat moet miljoenen gekost hebben. En wij, Vlamingen, maar volop werken en belastingen betalen! Terwijl zij feesten en pinten drinken!" * * * * * * * "Ik heb iets ergs meegemaakt", begon Timi. In de zetel luisterde henry aandachtig. "Doordat er een straat opengebroken lag, moest ik op Ledeberg een omweg maken. Ik reed een zijstraat in, sloeg daarna rechtsaf en moest bruusk remmen. Een moslim gaf zijn gillende vrouw zulke rake klappen op het gezicht, dat ze vanuit hun huis al rondtollende op mijn motorkap terecht kwam. Ik stapte direct uit om de |
||