- H m13 h21,4 - |
|||
|
|||
· Net zoals de "Landmacht" en de "Luchtmacht" is de "Zeemacht" ofte de "Marine" met haar oorlogsschepen een krijgsmachtdeel, waarin militairen opereren. Dus niet te verwarren met de koopvaardij met haar handelsschepen, waarop burgers functioneren en andere graden gebruiken. · Eén van de opdrachten van de oorlogsschepen is het controleren van de activiteiten van de handelsschepen en vissersboten. De zeemanskunst bezorgt echter een goede verstandhouding tussen alle schepen. De oorlogsschepen bieden regelmatig hulp aan schepen in nood. · Aan het hoofd van een oorlogsschip staat een "commandant", van een handelsschip een "kapitein", van een vissersboot een "schipper". · "Commandant" is ook de aanspreektitel van de meeste graden van de marineofficieren. Als men twijfelt hoe men een marineofficier moet aanspreken, zegt men het liefst "commandant"; een kapitein of een luitenant zal u daarbij niet tegenspreken... Vermijd echter "commandant" te zeggen tegen een "commodore" of een "admiraal"... Deze laatsten zijn te herkennen aan de uitermate brede gouden band op de armen. · Aan het hoofd van een ondiepwatermijnenveger met zowat twintig man staat een luitenant; aan het hoofd van een kustmijnenveger met zowat veertig man staat een kapitein of een luitenant; aan het hoofd van een hoogzeemijnenveger ofte oceaanmijnenveger staat een commandant of een kapitein. Uit wat we reeds weten, worden ze echter door hun bemanning allemaal aangesproken met "commandant". · De meeste burgers hebben het moeilijk met de graden van de marine omdat zij het kleinste krijgsmachtdeel en dus het minst gekend is. De marine is een zeer sympathieke en gemakkelijke eenheid. Zeg steeds "commandant" tegen een marineofficier en u schiet meestal in de roos. · De twee belangrijkste admiraals uit de geschiedenis zijn Horatio Nelson, een Brit uit de tweede helft van de 18e eeuw, en Michiel Adriaensenszoon de Ruyter, een Nederlander uit de 17e eeuw, die al vanaf zijn elfde jaar het zeegat uit ging. De officieren van de Nederlandse marine zijn dan ook te herkennen aan de 'ruitvormige knoop' boven hun graad. · Admiraal Nelson verzeilde al op zijn twaalfde jaar in de marine, verhoogde vlug in rang en had de beeldschone, bekende Lady Emma Hamilton als minnares. Na een aantal zeegevechten, waarbij hij het zicht van het linkeroog verloor en later een arm in volle zee moest laten amputeren, sneuvelde hij in volle strijd nabij Trafalgar in 1805. Hij werd begraven in de Sint-Paul's kathedraal. In de Engelse marine werd boven de graad van de officieren de 'nelsonknoop' aangebracht. Dit werd door de Sectie uit de Royal Navy in Vlaanderen overgenomen. |
|||