De Stafchef van
het Belgisch Leger (JS) gaf zijn bevelen aan de Stafchef van de Zeemacht (ZS),
de
Stafchef van de Landmacht (GS) en de Stafchef van de Luchtmacht (VS).
Zij bevonden zich met hun Stafofficieren en wat personeel in een
majestueus gebouw op Place Dailly te Brussel en vormden het 4e echelon van
het leger.
'Z' in ZS was
afkomstig van de eerste letter van Zeemacht, later de Marine en nog later de
Marinecomponent genoemd.
HET 4e ECHELON VAN DE MARINE
|
ZS, een Admiraal,
had vier Stafofficieren.
ZS1: baas
van het
personeel.
ZS2: baas
van de veiligheid. ZS3:
baas van de operaties en de opleidingen. ZS4:
baas van het materieel en het transport.
Zij
werden op hun beurt geassisteerd door
verschillende Stafofficieren.
De
Stafchef en elke Stafofficier had in zijn bureau wat personeel.
|
Om de hiėrarchie overzichtelijk te
maken,
werden afkortingen gebruikt.
ZS
\/
ZS1
ZS2 ZS3 ZS4
\/
\/
\/ \/
ZS1/G
ZS1/S ... |
Met
bijvoorbeeld "ZS1/G" kon men niet alleen de functie bedoelen, maar ook de
officier die er de leiding van had.
Alzo ook kon
met "ZS" zowel de Admiraal zelf worden bedoeld als het volledig 4e echelon van
de Marine.
* * *
Vanuit 'Place
Dailly' gaf ZS (4e echelon) zijn bevelen aan de Groeperingen
(3e echelon) van
de Belgische Zeemacht, die op hun beurt de nodige orders gaven aan hun Korpsen (2e
echelon) op zee of gekazerneerd in de verschillende Marinebasissen. Van de
Korpsen vertrokken uiteindelijk de bevelen naar de eenheden van het 1e
echelon.
Dit alles
gebeurde snel en met militaire nauwkeurigheid.
De Groeperingen
hadden zich daarom genesteld in hun voornaamste Marinebasis.
|