- 321 - |
||||
De Grote Sprong |
HOOFDSTUK XXXIX
|
"...laat ons dan van vrouw verwisselen..." |
||
Vanaf maandag 31 januari 1977 maakte henry deel uit van de Generale Staf, gelegen in een indrukwekkend gebouw op het Daillyplein te Brussel, door de militairen kortweg "Place Dailly" of nog korter "Dailly" genoemd. Van daaruit werden alle bevelen aan de legereenheden uitgedeeld. De stafofficieren die in "Dailly" opereerden, waren machtig. Ze werden uitgekozen wegens hun ervaring en kunde. "Dailly" was voor hen een springplank naar hogere graden en belangrijkere functies. Het Oppercommando van de Belgische Zeemacht, kortweg ZS, lag in een vleugel van dit gebouw met zijn brede gangen, antieke maar vooral hoge deuren en ramen met van die op z'n ouderwets ingedeelde venstertjes. In een van de grote bureaus zetelde de ZS1/G, die wegens ziekteverlof enkele weken afwezig ging zijn. Als 1LZ stond hij klaar om binnenkort de hogere graad van KVK ofte driebander te krijgen, tenminste als geen enkele tegenslag dit nog zou beletten. Tijdens zijn ziekte had het Oppercommando van de Marine dringend een plaatsvervanger voor hem nodig, omdat ZS1/G een zeer verantwoordelijke taak moest vervullen in de gigantische oorlogsoefening WINTEX 77, en die stond voor de deur! Het was dáárom, dat de ZS1 als hoogste personeelschef van de marine het Marine Commando Oostende had bevolen om dringend een officier naar Brussel te sturen.
Toen de niets vermoedende henry het ZS1/G-bureau binnen stapte, dat amper een paar deuren verwijderd lag van de admiraal en de ZS1, werd hij er gul onthaald door de vier onderofficieren en drie matrozen, die er werkten en nu meteen onder zijn gezag stonden. Ook trof hij er Homans aan, zijn voormalige N2-N3-collega van Nieuwpoort, die in deze enorm grote bureauplaats achter zijn bureaumeubel al enkele maanden de functie van ZS1/S bekleedde. -- Er klopt iets niet, merkte henry op, mijn functie van ZS1/G is belangrijker dan de uwe en gij zijt iets ouder in anciënniteit dan ik. Zouden we niet beter van functie ruilen? -- Nee, nee, nee, nee, laat het maar zo, bedankte Homans hem voor die eer. -- Oké dan, zei henry en begon daarna alle bureaus in de gang te doorlopen, om zich overal voor te stellen en hij was gelukkig toen hij merkte, dat hij er alle marineofficieren en het merendeel van de onderofficieren reeds kende.
Hoewel op dit hoogste echelon van de zeemacht grote beslissingen werden getroffen, heerste er algehele rust. Geen opgejaagdheid en geen zotte bevliegingen zoals henry destijds onder Klipmans had meegemaakt. |
||||