- I m13 h24,2 - |
|||
SPORTWAGENS EN HET MATERIALISME |
|||
Geef je geld uit aan wat jij en je gezin enkel echt nodig hebben en je zult gelukkig zijn.
Een dier of vriend helpen en schoonheid bewonderen zullen je gevoelens van geluk vergroten.
Terwijl ik nog wiskundeleraar was, had ik als eerste in mijn familie een auto besteld. Een parelgrijze Cortina met twee blauwe, lange zetels. Zijn zes zitplaatsen, dáár was het me om te doen. Om regelmatig een lift te kunnen geven aan familieleden en kennissen. Er waren nog niet veel auto's in het straatbeeld. Rijbewijzen bestonden nog niet en in de verkoopsvoorwaarden had ik laten opnemen, dat de garagist-verkoper Gilbert me moest leren rijden. Hij was een eenvoudige man, die hard werkte om door het leven te geraken. Zijn krampachtig gelach zal ik me steeds blijven herinneren. Ook de zweetdruppeltjes, die hij met een zakdoek tijdens de zes rijlessen van zijn voorhoofd veegde. En zijn gespannen, pokdalig gezicht, dat met ronddraaiende, uitpuilende ogen richtlijnen gaf, zodat ik op het bijwijlen glad wegdek geen ongelukken veroorzaakte.
Eind jaren zestig begon de maatschappij stilaan te veranderen. De jeugd kreeg te veel geld. Ze had de oorlog niet gekend, gelukkig maar. Naargelang echter de welstand groeide en de ouders en de scholen het gezag over de jeugd verloren, eiste ze meer en meer. Uitgaan. Plezier maken. Allemaal goed, zolang ze de grenzen maar kende en de wetten niet overschreed. Maar dat bleek niet altijd het geval te zijn.
Een auto was voor mij slechts een gebruiksvoorwerp om me van A naar B te kunnen verplaatsen. Mijn matrozen waren slechts enkele jaren jonger dan ik en een auto kreeg voor hen een andere betekenis. Ermee kunnen stoefen bij de meisjes werd belangrijker. Gezegend waren dus de vaders die een chique auto kochten. En vadertjelief werd zelfs zalig verklaard als hij zich een sportauto had aangeschaft.
Van belang was niet meer "wie-iemand-was", maar wel "wat-iemand-had".
Zowat eenmaal per week wilde ik me eens uitslapen. Mijn trein haalde ik dan niet meer en ik vertrok dan maar per auto naar Brugge. Alzo reed ik op een zielige dag kort na negen uur de marinebasis binnen. Op de paviljoenskoer stonden uitzonderlijk alle pelotons nog opgesteld. Ik vertraagde. Een jonge vrouw, gevolgd door enkele marineoversten en burgers, passeerde peloton per peloton. Nadien vernam ik dat de jonge vrouw was verkracht door matrozen en dat het gerecht naar hen op zoek was. Een tijd later kregen twee matrozen van mijn divisie een gevangenisstraf. |
CITATEN & |
||
IDEEËN VAN |
|||
h e n r y |
|||