- N m12 h19,1 - |
||
|
||
ONRECHTVAARDIGHEDEN
OP DE STADSSCHOOL CARELS
Doordat henry bijna drie jaar in Carels had gewerkt, was hij goed geplaatst om over deze stedelijke technische school een interview te geven.
Onrechtvaardigheid is het belangrijkste woord van je dictionaire. Bestond ze in Carels? Ten opzichte van de andere scholen was Carels hierin zelfs de primus. Er waren 'vrienden' en 'vijanden'. Er waren protegés en sukkelaars. In alles wat mis liep, speelden de socialistische vakbond en de directie een grote rol. Ik herinner me bijvoorbeeld enkele stoten met Sis Muziek, Lange Wapper, Dafke, de Turngebroers en Den Metser, om er maar enkele te noemen.
Wie zijn dat? Dat zijn de bijnamen van leraars.
Je maakt me nieuwsgierig. Vertel op. 'k Zal beginnen met Sis Muziek. 't Was een klein, dik manneke, tussen de veertig en de vijftig, met een fijn brilletje en altijd puik gekleed. Volgens mijn inlichtingen was hij een zeer goede dirigent van een klassiek orkest. In Carels had de onderdirecteur Grauwlijk hem opzettelijk een klas ver achterin de school toegewezen. Het lokaal geleek op een klein amfitheater, je weet wel, zo een met van die oplopende zitplaatsen. Omdat muziek geen uitsluitingsvak was en omdat de directie toch elke maatregel tegen rumoermakers ongedaan maakte, was Sis Muziek aan zijn lot overgelaten. Met de klapstoelen overdonderden de scholieren meestal zijn uitleg en als hij zich voor een schriftelijke toelichting eens naar het bord durfde omdraaien, keilden ze voorgekauwde propjes papier naar zijn hoofd. Deze die op het schoolbord natgeweg naar beneden begonnen te zakken of aan zijn kleren bleven plakken, stak Sis vlug in zijn vestzakken uit schrik voor een onverwachte inspectie. Op zekere dag had hij zijn grammofoon meegebracht om zijn leerlingen een klassieke plaat met bijpassende commentaar te laten beluisteren. -- Zeg, Sisse, ge gaat ons toch vandaag die onnozelheid niet aansmeren, zeker? riep er ene. -- Maar, jongens toch, dat is... -- Toet toet toet! Vertel ons liever een lolleke! De leraar begon dan maar enkele mopjes te vertellen. -- Nu ga ik toch een beetje les geven, hoor, zei hij na een tijdje. -- Nee! Nog een lolleke! -- Maar ik heb reeds alle moppen verteld die ik ken, kreunde de man. |
||