- N m13 h24,7 - |
||
|
||
simpelweg plaatsgenomen in het bureau ernaast. Voor hem was de uitstraling van zijn bureau niet van tel. Als hij maar praktisch was. Toen hij later geassisteerd werd door één en nadien zelfs door twee KRO's - maar dat was na de komst van de vrouwelijke dactylo's - liet hij deze zelfs in zijn bureau plaatsnemen. Dat vond hij gezelliger.
Er moeten op deze wereld van soorten zijn, dat geeft afwisseling.
In die situatie kwam henry aan Comdip meedelen dat ze twee vrouwelijke dactylo's kregen, één voor 's morgens en één voor 's namiddags. -- Maar bij Edgard zit er toch al een dactylo-milicien! reageerde Comdip. -- Oké, commandant, maar die jongen doet twee jobs: hij is bediende en typist. Dat laatste valt dan voor hem weg. -- Goed. En waar gaan we die vrouw zetten? Die was niet gepland in ons nieuw gebouw. Een vrouw tussen al die matrozen! Wacht eens... misschien kan ik ze bij mij zetten. -- Dat is een goed idee, commandant, zuchtte henry, die al genoeg problemen op te lossen had. In uw bureau is er toch plaats genoeg.
-- 'k Heb een beter idee, begon Comdip 's anderendaags. We zetten ze bij u. -- Ook goed, commandant. -- Ik heb gehoord dat er eentje zeer schoon is. Als mijn vrouw dat verneemt of als ze eens naar mijn werk belt... -- Voor mij zijn die dactylo's geen probleem, commandant.
-- 'k Heb nog een beter idee, zei Comdip de dag nadien. We zetten haar op 't einde van onze gang. -- Op 't einde van de gang? -- Ja. In die opslagplaats voor ons materieel. -- Maar, commandant, dat plaatsje is maar zo breed als de gang zelf. Laat ze maar gerust in mijn bureau zitten. Dat kan geen kwaad. -- Hè, hè, hè. Dat kan geen kwaad? Ik vertrouw het niet. Zo'n schoon meiske, gans alleen met u in uw bureau. Nee, nee. Wat dat betreft, vertrouw ik u niet. -- Dat is straf. Commandant, ik zal nooit of nooit met een ondergeschikte beginnen. Een verhouding met een ondergeschikte is fataal! Dat zou toch elke overste moeten beseffen. Dus... -- En toch vertrouw ik het niet, volhardde Comdip terwijl hij henry's woorden taxeerde en hem schuins bekeek. -- Ze kunnen misschien bij Edgard zitten? opperde henry, die het bureau van de MAD toch beter vond dan de opslagplaats. -- Neen! Dat is niet te doen: daar komen dagelijks te veel matrozen binnen. Ik beslis: de gang. -- 't Zijn burgers. We gaan problemen krijgen met het syndicaat, verwittigde henry, die daarvan toch iets meer op de hoogte was dan Comdip. -- Verdeel de opslagplaats in twee. Het materieel naar achteren. De voorste helft wordt de dactyloplaats. Tussenin een paravent. |
||