- N m13 h25,1 - |
||
henry's EERSTE CONTACT MET HET GEVREESDE "BRUSSEL" |
||
De driebander keek zichtbaar tevreden vanuit zijn bureau op de eerste verdieping van het stafgebouw naar enkele pelotons, die op de paviljoenskoer van LTZ Billet met luide bevelen gedrild werden. Aan de fijne glimlach merkte henry dat korpscommandant Robyns vele details uit zijn jeugdherinneringen zeker niet vergeten was. -- Zo, zo, henry, uw broer wil dus een korte carrière bij de zeemacht opbouwen. -- Ja, commandant. -- En hij heeft zijn oproeping gekregen voor dienstplichtige bij de landmacht. -- Ja, commandant, dat is nu juist het probleem. Daarom wil ik contact nemen met de landmacht. Patrick is vier jaar jonger dan ik en was samen met mij bij de zeescouts. Ik weet zeker dat hij een goed element voor de zeemacht zal zijn. CPC Robyns ging achter zijn groot bureaumeubel zitten en zijn scherpe, maar vriendelijke blik doorboorde precies de luitenant en hechtte zich vast aan een punt achter hem. -- Neen, besloot de driebander en zijn hoofd schudde langzaam en herhaaldelijk van links naar rechts. We gaan dat anders aanpakken. Gij hebt mijn volste vertrouwen. Ik stuur u naar Brussel. Met mijn groeten. Naar commandant Verheyden, de ZS1. Dat is de enige autoriteit, die dit kan fiksen. Laat meteen een marsbevel opmaken. Oké? -- Zeker... eh... en bedankt, commandant! antwoordde henry verbluft en opgetogen. Nog iets tot uw orders? -- Succes voor uw broer.
Na enig zoeken kwam henry aan op het Daillyplein, gelegen op de kruising van de Leuvensesteenweg en de Brabançonnelaan, een plein in het centrum van Brussel; niet de eigenlijke, vijfhoekige, kleine gemeente Brussel, maar een agglomeratie van negentien gemeenten, bestempeld als Brussel. Doch, als men in de zeemacht of in de rest van het leger over "Brussel" sprak, bedoelde men niet deze agglomeratie noch de eigenlijke gemeente, maar het oud, indrukwekkend gebouw dat als een monster op het Daillyplein stond. Dáár ging henry nu binnenstappen, door de militairen ook wel "Place Dailly" of kortweg "Dailly" genoemd. Het Ministerie van Defensie, de Generale Staf, het heilige der heiligen van waaruit alle bevelen werden rondgestrooid. "Orders van Brussel" sloeg in elke kazerne steeds in als een bom, waarbij elk bevel, elke opdracht tot in de kleinste puntjes klakkeloos moest worden uitgevoerd. De stafofficieren die in "Dailly" opereerden, waren machtig. Ze werden uitgekozen wegens hun ervaring en kunde. "Dailly" was voor hen een springplank naar hogere graden en belangrijkere functies. Nadat de twee MP's hem buiten hadden gegroet en hij zich onder het donker, oud gewelf van de ingangspoort bij de postcommandant had kenbaar gemaakt, vervolgde henry zijn weg volgens diens aanwijzingen. |
||