- N m13 h25,2 - |
||||
|
||||
De binnenkant van het gebouw kenmerkte zich door een langgerekte, koele, open binnenplaats met in de donkerbruine hoge muren verscheidene hoge ingangsdeuren, die toegang verschaften tot brede gangen met indrukwekkend hoge ruiten en deuren, waarachter militairen druk zaten te werken. Terwijl henry het bureau van de ZS1 naderde, wist hij maar al te goed dat hij zich in het hol van de leeuw ging wagen. Als personeelshoofd van de ganse marine hield KTZ Verheyden zich voornamelijk bezig met de mutaties van de marineofficieren plus het zeemachtpersoneel dat op de Generale Staf werkte. Deze vierbander had dus de macht om met één vingerknip gelijk welke marineofficier naar het hol van de planeet Pluto te sturen. Verheyden was een gevreesd en stuurs kijkende autoriteit en de meeste marineofficieren bleven voor alle zekerheid uit zijn omgeving. Maar aangezien hij me niet zal opeten, hoef ik van hem ook geen schrik te hebben, dacht henry bij zichzelf bij het aanmelden. Het was een somber, maar eerbiedwekkend bureau. Achter een deftig meubel torende de ZS1 en in een hoek zat een onderofficier ijverig te schrijven. Aan de muur hing een enorm bord met fijne richeltjes, waarop de benamingen van enkele honderden zeemachtfuncties op kleurrijke plakbandjes waren aangebracht. Achter elke voorname functie stak een gemakkelijk verplaatsbare kleine fiche met de naam en de graad van een marineofficier.
-- Luitenant henry, tot uw... -- Ga zitten, zei de vierbander en henry verbaasde zich over zijn vriendelijkheid. Ik had u verwacht. Commandant Robyns, voor wie ik zeer veel sympathie voel, heeft me over u gesproken. Het betreft uw broer, nietwaar? -- Ja, commandant. Hij is opgeroepen voor... -- ... voor de landmacht. Ik weet het. Overhandig me maar zijn gegevens... Ja, dat is duidelijk. Chef, ga ondertussen eens onze principaal halen... Zo, gij deed Marche-les-Dames en hebt uw functie van wiskundeleraar de rug toegekeerd om uw kunde ten dienste te stellen van onze zeemacht. Ik waardeer dat ten zeerste... Ah, vervolgde hij zich tot de pas binnengekomen principaal wendend, dit is onze luitenant henry. Zijn broer heeft een paar dagen geleden het oproepingsbevel voor de landmacht als soldaat-dienstplichtige gekregen. Hier zijn de gegevens. Vindt ge ook niet, dat we dit de luitenant niet kunnen aandoen? Die jongen wil een contract van BV, bij ons. Matroos. Twee jaar. Een zeer goed element. Ik wil die jongen dus bij de zeemacht. Ziet gij enig probleem? -- Hoegenaamd niet, commandant. -- Goed dan. Neem de nodige contacten en breng dit in orde. -- Zeker, commandant. -- Ziezo, glimlachte de vierbander zich terug tot henry richtend nadat de principaal was vertrokken, alles is geregeld. En doe de groeten aan commandant Robyns.
* * * * * * * |
||||