- N m18h53,3 - |
||||
DE EERSTE ONTMOETING TUSSEN SVEN EN
TIMI OFTE TAMARA
|
||||
Zondag, 2 juni 1991. Het mooi weer
trok veel publiek naar ‘De Dolle Dagen van Wortegem-Petegem’.
Daar, in de late namiddag, slenterde
Sven, de tweeëntwintigjarige zoon van henryEC, een beetje doelloos rond. Zijn
ouders en zijn grootmoeder MM waren naar huis vertrokken en op z’n eentje
trachtte hij nu z’n weg te vinden tussen de keuvelende feestgangers. Hij
droeg een zwarte jeansbroek, zwarte schoenen, een wit hemd met blauwe letters
erop en met daarover een donkerblauwe vest met lichtjes opgekrulde mouwen. Op
z’n rug droeg hij daarboven nog eens een wit, licht pulletje, waarvan hij de
mouwen vooraan op zijn borst had samengeknoopt. Zijn sombere
gelaatsuitdrukking verraadde dat hij aan het denken was over de manier waarop
z’n laatste meisje hem de bons had gegeven. Plots bleef hij staan, de beide
handen in de broekzakken. Zijn sombere gedachten werden verdrongen bij het
zien van een leuk teljoortje, dat net vóór zijn voeten op een deken lag. Hij
keek even naar links en naar rechts en merkte dat hij bij de rommelmarkt
stond. Op de grond had men allerlei dekens en doeken uitgespreid, waarop
allerhande prullaria te koop werden aangeboden. Sven stapte even naar links,
dan even naar rechts en dan weer even naar links om de prullen en prulletjes
wat nader te kunnen bekijken. Intussen zag hij niet dat hij telkens bijna op
de tenen trapte van een man en een vrouw, die hem al een tijdje gevolgd
hadden met in hun kielzog hun negentienjarige dochter. Dat meisje was pas
drie weken voordien verplicht geweest om te breken met “Pietje Potlood”, haar
allereerste vriend. Haar moeder vond dat het nu tijd was om voor haar dochter
een nieuwe vriend uit te zoeken en die dacht ze te vinden in Sven, een naar
haar mening ‘snelle gast’. Zij had al enkele keren met het hoofd tekens
gedaan van haar dochter naar Sven. Maar haar dochter wilde niet opnieuw aan
een tot mislukking gedoemde relatie beginnen en weigerde. Daardoor begon de
moeder haar dochter grimmig in de richting van Sven te duwen. Deze deed juist
een pas naar rechts, botste tegen het meisje op en moest haar daardoor voor
een val behoeden. -- Oh
pardon, zei Sven automatisch en keek eerst weer naar de borden, maar keek
meteen terug naar het meisje, getroffen door haar schoonheid. --
Schone borden, hé, lachte het meisje terwijl Sven haar met open mond bleef
aanstaren. Is er iets, misschien? -- Nee,
nee, juffrouwke, zijt gij misschien van hier? -- Nee,
van Brugge. -- Mag
ik dichter bij u staan? -- Ja,
als ge mij maar niet opnieuw omver duwt. -- Zijt
gij alleen? vroeg Sven stilletjes. -- Nee,
met mijn… , antwoordde het meisje terwijl ze rondkeek en verbaasd merkte dat
haar ouders waren verdwenen. |
||||