- N m18h53,4 -

 

 

-- Hoe heet gij? onderbrak Sven.

-- Tamara.

-- Ik ben Sven.

-- Vanwaar zijt gij? vroeg Tamara op haar beurt.

-- Van Gent.

-- Hoe zijt gij naar hier gekomen?

-- Met mijn auto. En gij?

-- Met mijn ouders, antwoordde Tamara en keek binst nog eens rond, oeioei ‘k ben mijn ouders kwijt.

-- Gaat ge dan met mij een beetje wandelen? stelde Sven voor.

-- Bah, ja.

-- In die grote, witte tent kunnen we waarschijnlijk iets drinken… Gaat ge met mij hier iets drinken?

-- Pas op, ik heb geen geld bij mij, waarschuwde Tamara.

-- Dat geeft niet, zei Sven terwijl ze de tent binnenstapten. Wat drinkt ge?

-- Voor mij een cola zonder suiker.

-- Ik zal een gewone cola nemen.

-- Ge hebt al een vriend zeker? vroeg Sven nadat hij enkele minuten later met de twee cola’s terug was gekomen en op de stoel naast Tamara ging zitten.

-- Neen.

-- Hoe? Dat maakt dat ge nog geen vriend hebt? protesteerde Sven met een rare oogopslag.

-- Vindt ge me te lelijk om een vriend te hebben misschien? riposteerde Tamara.

Hierop gaf Sven geen antwoord. Er was even een stilte. Daarna legde Sven zijn hand op de nylonkous van Tamara, wat hem meteen een kaakslag opleverde. Hierdoor viel hij van zijn stoel en na een “sorry” trok Tamara hem terug recht. Op dat moment had ze aan een tafel in een hoek van de tent haar ouders opgemerkt. Die hadden haar van het begin af aan stiekem in het vizier gehouden. Zonder moeite lokte Tamara nu Sven mee naar haar ouders.

-- Dat is Sven. Dat is mijn pa, Albert. Dat is mijn ma, Ginette. Ik zeg altijd Gineï.

-- Dag, meneer, dag, madam, groette Sven, waarna zich een gesprek ontspon.

-- Zijt gij alleen of woont ge nog bij uw ouders? vroeg Ginette.

-- Ik woon nog bij mijn ouders. Mijn pa is militair bij de Zeemacht.

-- Ah ja? Bij de Zeemacht? Daar was ik ook bij, als milicien, gniffelde Albert. Ik was chauffeur van een hoge commandant. Dat was een goede tijd. Ik moest hem overal naartoe rijden. Wat doet uw vader bij de Zeemacht?

-- Hij is officier. Hij is commandant, antwoordde Sven.

-- Wat is dat misschien? vroeg Tamara.

-- De officieren commanderen de matrozen en de onderofficieren, maakte Albert aan zijn dochter duidelijk. Awel, Sven, kom volgende week eens bij ons in Brugge, in de Predikherenrei…

-- Pa, onderbrak Tamara het gesprek, is dat niet een beetje te vroeg?

-- Maar bah neen! ’t Is toch een sympathieke en snelle gast, flapte Ginette eruit na haar zoveelste pint.

Ondertussen was het al middernacht geworden en het gezelschap vertrok na vele pinten en cola’s naar huis. Buiten de tent gekomen, haalden de kraampjes met hun lampionnetjes in de donkerte de romantische gevoelens van Ginette en Sven naar boven.

-- Dat is hier gelijk in een sprookje. Mag ik uw handje vasthouden, zodat ik u niet kwijtspeel tussen al dat volk? vroeg Sven aan Tamara.

-- Ja, maar niet meer dan mijn hand, waarschuwde Tamara.