- N m19h54,11 - |
||||
|
||||
Die stoel had ik daardoor zelfs in
twee gebroken. Terwijl de pastoor op de grond lag, pakte ik zijn sleutelbos
vanonder zijn gewaad, deed vliegensvlug de deur open en achter mij weer op slot,
zodat hij me niet meer zou kunnen pakken. Daarna heb ik de sleutels in een
rioolputje laten vallen. Ik wist dat de non zich nabij de voordeur bevond.
Daarom ben ik gevlucht via een van de twee zijdeurtjes. Gelukkig dat die er
waren. Toen ik thuiskwam, heb ik aan Gineď en Berten gezegd dat ik een jaar
later mijn communie mocht doen. Een jaar later moest ik dus terug catechese
volgen en de pastoor kwam zelfs elke week naar mijn huis. Het was een andere
pastoor. Ene die veel jonger was. Hij was ook veel vriendelijker. “Ge zoudt
ze beter in een klooster steken,” zei hij tegen Berten en Gineď, “ge zult er
nog geld mee verdienen.” Van zodra ze over geld hoorden spreken, veranderde
hun ‘neen’ zelfs in een ‘misschien’. Voor de catechese moest ik deze keer les
volgen in het klooster in de Langestraat. Daar heeft de jonge pastoor me ook
willen knippen. En ook dat is mislukt. Terug met een meubelstuk. Deze keer
wachtte ik tot wanneer zuster Jacqueline me kwam halen. “Wat is er hier
gebeurd?” vroeg ze toen ze de pastoor op de grond zag liggen. “Hij is
gevallen”, antwoordde ik. Ze heeft me toen buitengelaten. Voor de plechtige
communie moesten alle meisjes een zwart, lang gewaad met een kap huren. Maar
Gineď zag dat niet graag en er ontstond een grote discussie tussen haar en de
pastoor. Ik was blij toen ik daarvoor in de plaats een fel roze kort kleedje
kreeg met witte handschoentjes en een beige sacoche. Op de dag van de
plechtige communie viel ik op tussen al die zwarte gewaden. Ik was eens echt
gelukkig. Berten had mijn weinige vrienden uitgenodigd en na de communie
zaten ze met mij thuis samen aan tafel. Ik kreeg cadeautjes. En aan tafel kon
ik eens goed eten, want op andere dagen at ik meestal snoep om mijn honger te
stillen. Zelfs als Gineď me meenam op café, moest ik ook daar mijn maag
vullen met snoep. Daarom moet ik nu zoveel mogelijk suikervrij eten. Alleen
bij Maurice kreeg ik zo nu en dan wat normaal eten, dat hijzelf van zijn
zuster had gekregen. |
||||