- N m22h70,1 - |
||
VEEL GELD NAAR
DE IMMIGRANTEN EN EEN GEVAAR VOOR
DE VEILIGHEID IN EEN
NEOCOMMUNISTISCH LAND
|
||
Om op stap te
gaan, hadden ze, henry en Timi, altijd de gewoonte om zich op te smukken. Dat
hoorde zo voor een officier en zijn dame, zelfs voor het jaarlijks bezoekje
aan de tandarts van Timi, aan de andere kant van de stad. Voor een dergelijk
bezoek wilde Timi altijd geruggensteund worden door henry. Vorige jaren waren
ze daar altijd ruim op tijd aangekomen, zodat ze met hun Vlaamse bouviers nog
een wandelingetje konden maken in de groenrijke dreef waar de praktijk van de
‘tandiste’ lag. Maar dat kon nu niet meer, want de tandiste had laten weten
dat ze zich had verenigd met enkele andere tandartsen in een grotere
praktijk, die niet ver van haar vorige praktijk was gelegen. Door die
samenwerking ging ze wat meer verlof kunnen nemen, dát was de bedoeling. Het
eerste jaar van die samenwerking ging dat blijkbaar goed. Vanuit de wachtzaal
was het henry en Timi toen al opgevallen, dat de meeste tandartsen
vreemdelingen waren. En het tweede jaar was het al zover: Timi’s
tandiste was er niet meer. Verdwenen zonder adres achter te laten… “Maar geen
probleem, wij doen haar praktijk verder”, klonk het vanuit de telefoon toen
henry voor Timi een afspraak vastlegde. De eerste keer werd Timi nog goed
verzorgd door een vreemdelinge, ook een tandiste, maar er was duidelijk een
concurrentieslag aan de gang. De tweede keer had een mannelijke tandarts, ook
van vreemde origine, Timi als patiënte ‘overgenomen’. “Maar geen probleem,
mijnheer henry, uw vrouw zal bij mij net zo goed verzorgd worden.” Timi ging
met tegenzin akkoord, omdat ze liever door een vrouwelijke tandarts werd
behandeld, maar de tijd drong. Op de dag van de afspraak, liep het uit de
hand. Terwijl henry en Timi en twee andere koppels, die zich eveneens
nauwkeurig aan hun afspraak hadden gehouden, in de wachtzaal hun beurt rustig
afwachtten, kwam een illegale vreemdeling zomaar de praktijk binnengestapt en
zonder dat hij een afspraak had gemaakt, mocht hij zomaar voorgaan. En hij
kreeg niet alleen voorrang op de rest, maar werd bovendien door de tandarts
totaal kosteloos verzorgd ook. Pardon, kosteloos? Maar kosteloos bestaat toch
niet? Juist, nee dus: betaald door de Vlaamse belastingbetalers. In de
wachtzaal konden ze hun ogen en oren niet geloven: “Ook dit nog,” snauwden
ze, “terwijl we al zoveel moet afdokken aan de Walen! En ze mogen dan nog
voorgaan ook!” Bij de tandarts durfde niemand te protesteren, uit angst om
slecht behandeld te worden… Ja, als vreemdelingen door vreemdelingen in
Vlaanderen worden verzorgd, wat rest er dan nog voor de eigen bevolking? Van zodra henry
was thuisgekomen, begon hij te grasduinen in alle mogelijke informatiebronnen
en kwam zo het een en het ander te weten. Voor ‘een
illegaal’ vond hij op internet vijftien verschillende definities. Maar om het
kort samen te vatten: een illegaal is iemand die onwettig in een land
verblijft. Al die definities waren een kwestie om voor de neocommunisten hier
en daar deurtjes open te kunnen laten. Want, terwijl iedere rasechte Vlaming
voor elke illegale – dus onwettige – handeling werd gestraft, vonden de
neocommunisten dat de och arme toch zo zielige ‘illegalen’ zacht moesten
aangepakt worden. Als de politie per toeval een illegaal konden oppakken –
want die zaten meestal goed weggestoken in huizen van vreemdelingen die de
neocommunisten intussen als Belg hadden genaturaliseerd – dan kreeg hij een
papiertje waarop stond dat hij België moest verlaten… en dat deed hij dus
niet. Het gevolg was, dat de politie dezelfde illegalen keer op keer opnieuw
oppakten en telkens zo’n papiertje moesten geven, terwijl die illegalen dat
‘documentje’ altijd even vlug als een vodje wegwierpen. Precies alsof de
politie geen ernstiger werk te doen had. |
||