- N m9 h14,15 - |
||||||
|
||||||
GEBUURTE VAN MADAM MOEILIJK
Eigenlijk kwam henry niet graag naar de Vlierstraat. Maar hij kon niet anders omdat zijn meisje er woonde. De bewoners waren meestal dom en vulgair. Eén van hen was Lompmans, een goede vriend van Madam Moeilijk.
Op een dag was er een ‘zeer gewichtig probleem’: op de slaapkamer van Lompmans-jo, het zoontje van Lompmans, moest er een elektrische
leiding met bijhorende lamp geďnstalleerd worden. "Maar
dat is geen probleem," verzekerde Madam Moeilijk hem, "henry zal
dat wel kunnen." En, ja, henry kon dat, want hij had reeds
als veertienjarig manneke een theorieles van fysica in de praktijk omgezet
door een nachtlamp te installeren op zijn mansardekamer. En, ja, henry was
bereid om dat licht bij Lompmans te installeren, omdat hij toen nog dacht dat
Lompmans een goed mens was. En, ja, hij deed het omdat hij wegens Monique
niet anders kon dan Madam Moeilijk ter wille te zijn. Op
een afgesproken dag belde henry dus bij Lompmans aan. De echtgenote bracht
hem naar boven en toonde wat verlangd werd. Nadat henry alles had uitgemeten
en het nodige gerief had gehaald, begon hij met de klus.
Lompmans-jo zat te spelen nabij het venster terwijl henry aan de overkant op een ladder de elektrische draden aan de muur vast maakte. Plots knalde een voorwerp tegen de muur, vlakbij henry's rechteroor. Toen henry er naar keek, was het speelgoedautootje op de grond nog aan het rondtollen. |
||||||