- 045 -

kwam hij terug naar school. Hij werd de elfde op tweeëntwintig leerlingen. Een middelmatige uitslag die niet veel toekomst voorspelde. Maar hij verwonderde iedereen en in het bijzonder zijn vader toen hij in het tweede leerjaar reeds de vijfde en vanaf het derde leerjaar de tweede van de klas werd met 91 percent der punten. 't Is toen dat zijn vader, die merkte dat hij interesse had voor tekenen en schilderen, hem twee wijze raadgevingen gaf. "Als kunstschilder moet ge een tweede beroep hebben indien ge een gezin wilt stichten en niet arm wilt leven vooraleer ge een bekende, oude kunstschilder zijt geworden", was de eerste en de tweede luidde: "Ge kunt kiezen. Ofwel werkt ge hard op school en dat duurt zowat vijftien jaar. Ofwel moet ge nadien hard werken en dat duurt vijftig jaar."
Beide adviezen knoopte henry goed in zijn oren: hij en zijn vriend Alberic beëindigden op 4 juli 1953 het zesde leerjaar ex aequo
met 93 percent der punten.

 

 

>>>>>
henry
in het tweede leerjaar
van de gemeenteschool
te Ledeberg-Gent.
Op zijn jas het
scoutkenteken
van de welpen.
Foto genomen op
25 april 1949
.
>>>>>

 

 

 

 

 

 

<<<<<
Schooljaar
1948-1949.
De leerlingen van
het tweede leerjaar
rondom hun
bekwame meester
Vander Stricht.
Vooraan zit henry,
tweede
van links.
<<<<<

 

 

Voor henry lag het dus vast: hij ging later kunstschilder worden en zichzelf sponsoren vanuit een tweede beroep. Een anekdote vertelt ons hoe hij eens op tienjarige leeftijd naar school wandelde naast een klasgenoot, die door zijn hautaine moeder werd begeleid. Plots zei ze tot haar zoontje vanuit de hoogte: "Vertel eens waarvoor ge zult leren." - "Voor dokter, mama", weerklonk het voorgekauwd antwoord. De moeder bekeek henry en vroeg arrogant met de kin in de hoogte: