- 049 -

 

 

 

 

 

 

henry was, had weinig moeite om zich te verdedigen. Terwijl er om en weer rake klappen vielen, en terwijl Blondine, die niet wist waarover het ging, de twee vechtenden trachtte te scheiden, hield henry zijdelings de kikker in het oog en bleef verder knokken tot wanneer de amfibie in het struikgewas was verdwenen. Dan scheidde hij plots uit met vechten en wandelde blijgeestig met zijn grootmoeder verder huiswaarts, terwijl de snoodaard tevergeefs naar de kikvors aan het zoeken was.

Een andere getuigenis heeft het er over hoe henry de "embêtanterik van de school" temde. Na de schooltijd stelden de leerlingen zich op de koer op in drie groepen. Elke groep leerlingen vertrok dan in de richting van zijn woonsten onder begeleiding van twee onderwijzers, die de scholieren tot voorbij een druk kruispunt brachten. De meesters hadden het druk en de embetanterik maakte hiervan gebruik om elke dag een kleinere leerling als zwart schaap uit te kiezen. Hem voortdurend een beentje zetten of op de achillespees trappen behoorde tot de voorkeurspelletjes van de lastigaard. Dit bleef duren tot wanneer enkele zondebokken hun beklag deden bij de elfjarige henry, die nog de dag zelf actie nam. In de rij volgde hij de embetanterik, zag dat de jongens hem de waarheid hadden verteld en heeft hem dan op de zelfde manier als zijn slachtoffers behandeld. Sindsdien was het terug kalm in de rij.

Hij was hoegenaamd geen vechtersbaas. Integendeel zelfs, henry verafschuwde elk geweld. Maar als hij iets onrechtvaardigs zag, kwam hij in actie om te helpen. In een andere getuigenis nam hij het op voor de meikevers. De schoolreizen beperkten zich in die tijd tot het bezoeken van binnenlandse steden en hun bezienswaardigheden, zoals Meli, de grot van Han of de Antwerpse zoo. De ouders hadden immers, zo kort na de oorlog, zelf nog niet de mogelijkheden om zulke verplaatsingen te doen. In de maand mei had de directeur op zekere keer gekozen voor een bezoek aan het kasteel van Bailleul. 't Was een grauwe, kille, regenachtige dag en henry droeg zijn vaders dikke, warme regenmantel, die tot op zijn schoenen hing. Terwijl hij door het kasteelpark wandelde, schudde hij met alle andere leerlingen meikevers uit de hagen. De onderwijzers lieten hen doen, maar deden hen hiermee stoppen op 't einde van de namiddag om hen te vertellen dat dit schadelijke dieren waren voor de landbouw. Dus moesten ze verdelgd worden! De leerlingen kregen het bevel om al hun mooie diertjes op de grond te werpen en dood te trappen. Was me dat een moordpartij! Het was wreed om de kinderen zo iets aan te doen en henry begreep niet wat die meesters, voor wie hij zoveel respect had, hem probeerden wijs te maken. Hoe konden die diertjes in gevangenschap nog gevaarlijk zijn voor de landbouw? Eén ding wist hij zeker: zijn diertjes zouden blijven leven! Hij stak ze allemaal in de twee enorme zijzakken van zijn regenmantel. Net op tijd, want de leerlingen moesten op één rij gaan staan. De meesters liepen hun respectievelijke klassen langs en elke leerling moest verklaren of hij wel degelijk al zijn meikevers had gedood. Toen de meester vóór