- 070 -

 

 

-- Kom maar binnen en neem plaats aan het bord, nodigde de leraar fysica henry vriendelijk uit, ik zal met u geen probleem hebben. Waren ze maar allemaal zo goed als gij, 'k had veel vlugger gedaan.
Hij stelde alle laatstejaars twee vragen. 't Was er op of er onder, henry wist dit. Maar hij had geen schrik want hij kende zijn stof perfect.
-- Waarvoor gaat gij verder studeren? vroeg de leraar vol verwachting.
-- Voor dominee, mijnheer.
De mond van de fysicus viel open. Verbaasd keek hij henry aan.
-- Voor dominee?! Heb ik dat goed gehoord? Voor dominee? herhaalde hij nogmaals, terwijl hij met een onzekere blik naar henry loerde.
Deze knikte bevestigend en de fysicus werd kwader en kwader.
-- Moet ik me daarvoor drie jaar afsloven om nu te horen dat ge voor dominee gaat studeren?! brulde hij.
Plots werd hij stil, héél stil. Hij grinnikte en henry wist dat dit verkeerd ging aflopen. En, ja, henry kreeg twee vragen die de fysicus nooit stelde. Ze gingen over twee onnozele, bijna nutteloze hoofdstukjes uit het leerboek. Tijdens het schooljaar was er terloops iets over verteld en geen enkele leerling had ze gestudeerd, ook henry niet... Desondanks werd hij de tweede van de klas en kreeg zijn getuigschrift en diploma "met grote vrucht", omdat volgens een voorschrift een leerling uit de moderne wiskundige afdeling mocht gebuisd zijn voor, raar maar waar, fysica!

 

 

Maar de grootste verrassing ging nog komen, toen kort na de retorica dominee Van Stipriaan een bijzonder voorstel deed. Deze was zodanig tevreden dat er nu eindelijk een zeer goed student klaargestoomd was om de studies aan de protestantse faculteit aan te vangen, dat hij vond dat het tijd werd om zijn pupil stilaan binnen te loodsen in de belangrijkere activiteiten van zijn kerk. "Kom naar de volgende kerkeraad," drong hij bij henry aan, "dan ziet ge eens hoe het er in zo 'n vergadering aan toe gaat." Dat was een hele eer voor henry. Op die bewuste dag zat hij in de consistorie, gans achteraan, enkel als toeschouwer want hij had natuurlijk nog geen inspraak.

De kerkeraad bestond grotendeels uit rijke Nederlandse zakenlui, die in België woonden, en een paar Vlamingen. Van Stipriaan vond dat de Vlamingen stilaan de leiding van de kerk moesten overnemen. Het duurde niet lang of er ontstond grote ruzie, waarbij de Nederlanders met groot kabaal protesteerden tegen de predikant. "Dominee, ik verafschuw geruzie tussen vrienden. Zo wil ik geen dominee worden", deelde de diep getroffen henry eerlijk mee na de zitting.
En gedaan was zijn roeping!

De pijl duidt henry aan.

Velen begonnen, weinigen eindigden...
De voorgeschreven kledij voor de

leerlingen was: pak met das of strikje;
in de hete zomer mocht een open hemd.