- 084 -

 

 

Had je niet liever les gegeven in een jongensschool?

Mij om het even. Meestal gaf ik wiskunde en dat was geen probleem. Maar bijvoorbeeld biologie werd al riskant. Vele jaren later werd het gemengd onderwijs ingevoerd en afgestudeerde meisjes vertelden me dan over verkeerde toestanden met jongens en zelfs met leraars in de turn- en zwemlessen. Niet alle leraars zijn zoals ik...

 

Voor jou was het dus geen probleem.

Ik vond het gezellig. Ik gedraag me tegenover vrouwen net zoals tegenover mannen, ik bedoel: zonder bijbedoelingen. En de leraressen en studiemeesteressen waren aangenaam verrast dat er plots zo'n jonge mannelijke collega tussen hen vertoefde. Ze hielpen me zelfs als er een probleempje was, zoals die keer dat ik een leerlinge een strenge straf had gegeven: ze moest na de lessen 's avonds een uur langer op school blijven om strafwerk te schrijven. Het schoolreglement voorzag in dat geval dat de leerkracht, die de straf had gegeven, toezicht moest houden. Je kan je dus inbeelden dat dit voor mij risicovol was. In een verlaten school gans alleen met een pubermeisje. Daar konden minstens roddels uit voortvloeien. Ik vroeg dan ook bijstand en direct was een vrouwelijke collega bereid om samen met mij een uurtje langer op school te blijven.

 

Gaf je veel straf?

Neen, enkel als het nodig was. De sfeer in die meisjesscholen was opperbest. De 'Tweebruggenstraat' was de grootste school en daar verbeterde ik in de gangen de discipline als de leerlingen naar de klaslokalen gingen. Dan stond ik beneden de trapzaal en handhaafde de stilte. Tot jolijt van de directrice en de leraressen, blij omdat de leerlingen van in 't begin met aandacht de lessen volgden. 

Ja, discipline dient de groep en dus jezelf.

Niet te verwarren met tirannie, die enkel de baas dient.

 

Waren de meisjes in de klas gemakkelijker dan de jongens?

 Ze reageerden anders. Als een jongen bijvoorbeeld vond dat hij onrechtvaardig werd gestraft, werd hij kwaad en opstandig. Een pubermeisje echter begon in zo'n situatie te giechelen. Vermits ik enkel opgeleid was om aan jongens les te geven, wist ik dat toen nog niet. Op zekere dag zat er in een grote klas achteraan een meisje van vijftien jaar tijdens de les voortdurend te babbelen met haar vriendin. Ondanks enkele waarschuwingen herbegon ze telkens opnieuw. "Neem uw klassenagenda," begon ik, "schrijf in: eerste vraagstuk van dit hoofdstuk tegen de volgende les oplossen." Terwijl ze dit noteerde, begon ze te giechelen. Ik dacht dat ze me aan het uitlachen was en zei: "En voeg er maar vraagstuk nummer twee ook bij." Ze begon nog meer te giechelen. Toen deed ik er vraagstuk nummer drie ook nog bij en stuurde haar meteen de klas uit, want ik was bang dat ik ze op den duur alle vraagstukken van het boek ging moeten laten oplossen. Toen ik het voorval aan enkele leraressen vertelde, legden ze me uit dat dit meisje normaal reageerde en me hoegenaamd niet