- N m9 h14,1 -

 

 

h e n r y

REAGEERT  TEGEN  TIRANNIE

 

DECEMBER 1963

Hij trok zijn grijze mantel aan, zette zijn onafscheidelijke, beige regenhoed op en vertrok naar de middelbare meisjesschool in de Wispelbergstraat. Het was halverwege december en hij moest er gedurende enkele weken een vrouwelijke collega vervangen als wiskundeleraar. Volgens het Gents stadsplan moest hij van de tram afstappen op de door hem gekende Coupure. Wat verder draaide hij de hoek om en merkte de lange, witte gevel van de 'Wispelbergstraat', zoals het schoolgebouw kortweg werd genoemd, midden in een huizenrij. Hij trad met ferme pas de gang binnen, draaide drie keer rechtsaf en stond voor de deur van de directrice. Rechts van haar deur was er een oude, houten trap naar boven.

 

KENNISMAKING

"Binnen!" Ze had hem zopas het venster van haar bureau zien voorbijkomen en wist daardoor al dat het "haar" nieuwe leerkracht was. Voor het eerst ging ze nu eens een man onder haar gezag krijgen, zie! Dat ventje ging ze nu eens onder controle houden, zie. "Binnen!" riep ze nog eens, maar nu luider en krachtiger. Hij had zijn hoed afgedaan en stelde zich met een brede glimlach voor: "Aangename kennismaking, mevrouw de directrice. Mijn naam is henry." - "Dat weet ik al", antwoordde ze kort en dominant. Hij schatte haar zo rond de vijftig jaar. Ze was klein en droeg een fijn brilletje, precies een pince-neztje. Bondig gaf ze hem enkele richtlijnen. "De leraressenzaal ligt boven mijn bureau", voegde Pinceneeke er op het laatst aan toe. Nadat henry eerbiedig afscheid had genomen, ging hij naar de eerste verdieping via de houten trap, die onder zijn voeten enorm kraakte.

 

In de kleine leraressenkamer zaten reeds twee vrouwelijke collega's. Rondom tegen de muren stonden slechts enkele stoelen. Nadat hij zich opnieuw had voorgesteld, ontspon zich met gemak een aangenaam gesprek. Het viel henry direct op dat de leraressen erg stil spraken, ja, zelfs fluisterden. "Ssst", siste plots één van hen na een paar minuten en ten teken dat ook henry moest zwijgen, brachten ze allebei de gestrekte wijsvinger vóór de mond. Het bleef een volle minuut stil in de kamer en toen: "Ja, we kunnen terug verder klappen." - "Wat was er?" vroeg henry verbaasd. "Hoe? Hebt ge dat dan niet gehoord?" vroegen ze allebei. "Gehoord? Wat gehoord?" - "Dat klikje in dit apparaatje", legden ze uit. Voor het eerst merkte henry het zwart toestelletje op. "De directrice heeft dat bakske laten installeren. Het moet normaal dienen om ons vanuit haar bureau op te roepen of om ons iets mee te delen. Maar zij gebruikt het als afluisterapparaat. Om te weten wat we over haar vertellen. Dus, ge weet het nu: bij de eerste klik zwijgen we, bij de tweede kunnen we verder babbelen, want dan is het