- N m9 h14,2 - |
|||
|
|||
toestel terug uitgeschakeld. En let maar op: ze is nooit getrouwd geraakt." In de andere meisjesscholen had hij zoiets nog niet meegemaakt. De beide leraressen gedroegen zich erg zenuwachtig. Stilaan begon henry de ongezonde, terneergeslagen sfeer van de 'Wispelbergstraat' op te snuiven. Wat ging hij hier in de volgende weken nog beleven?
DISCIPLINE OF TIRANNIE De bel rinkelde en samen met de andere docenten daalde henry de trap, keerde linksom en liep het gangetje uit. Op de speelplaats stonden zo'n honderd leerlingen, per klas in dubbele rijen opgesteld, mooi gelijnd. 't Was blijkbaar geen al te grote school. Elke leerkracht ging vóór zijn klas staan. Stilte. Wachten. Toen kwam Pinceneeke buiten, het hoofd achterover en de kin omhoog. Dat was blijkbaar nodig om met haar kleine gestalte ons vanuit de hoogte te kunnen bekijken. De blik van haar scherpe, strenge oogjes doorkliefde elke leerkracht en elke leerlinge. Op een teken van haar vertrokken de klassen in absolute stilte naar de lokalen. Discipline in het voordeel van het onderricht, vond henry. Niet meer dan normaal.
Maar was er in de 'Wispelbergstraat' wel een gerechtvaardigde discipline? Of heerste er de tirannie van Pinceneeke, zoals de leraressen deden uitschijnen? Daar zou henry in de volgende dagen wel vlug achter komen.
Dagelijks zag henry hoe de leraressen bij het binnenkomen van de school een wanhopige poging deden om zonder kleerscheuren de leraressenkamer te bereiken. Ze liepen op straat zelfs een blokje om, zodat ze het bureauvenster van Pinceneeke niet passeerden. Maar tevergeefs. Die krakende, houten trap speelde ze parten. Elke keer viel één van de nerveuze leraressen ten prooi aan de grillen van Pinceneeke. "Mevrouw! Kom eens hier!" brulde ze vanuit haar gesloten bureel van zodra ze het gekraak van een trede hoorde. Ze riep ze zelfs toe met hun familienaam. 't Was precies alsof ze aan het gekraak het gewicht van het 'offerdier' herkende. Daarna hoorde henry tot in de gang hoe het slachtoffer werd uitgekafferd voor een niemendalletje.
Stilaan werd henry opstandig, maar hij toonde het niet... nog niet.
Telkens hij een klaslokaal binnen kwam, ging hij eerst naar zijn lessenaar en zei dan tot de leerlingen: "Gaat u maar zitten." Ondertussen legde hij zijn leerboek en gerief op de lessenaar en zette vervolgens zijn boekentas op de vloer. Daarna ging hij naar de kapstok, achter aan de klas, en hing er zijn mantel en hoed op. Daarna kwam hij terug naar voren en wenste de leerlingen een goedendag. Vervolgens begon hij met zijn les. Op een dag had hij hen gezegd dat ze mochten zitten, maar toen hij terug op keek, merkte hij dat ze nog allemaal recht stonden. "Ik heb toch al gezegd dat ge moogt gaan zitten... ", begon hij, doch merkte meteen dat ze allemaal naar de |
|||