- 094 -

 

Stilaan werden de minder intelligente beroepsleraars zelfs machtiger dan hun collega's, omdat op de beroepsvakken de meeste punten stonden.

 

DE  MACHT  DER  VAKBONDEN

Ook het vakbondslidmaatschap zaaide grote verdeeldheid tussen de leerkrachten van Carels. Op 1 oktober van elk schooljaar startte het nieuw lessenrooster, gebaseerd op het aantal nieuw gevormde klassen. Om een zekere rugsteun te vinden, zag elke leraar zich verplicht lid te zijn van één van de drie vakbonden: de katholieke, de liberale of de socialistische. Als een leerkracht was aangesloten bij de vakbond die het politiek voor het zeggen had op het moment dat het lessenrooster werd gemaakt, had hij geluk: hij kreeg een voltijds, goed ingedeeld uurrooster, waardoor hij voor de volgende twaalf maanden verzekerd was van een volle wedde en een gemakkelijke dagindeling.

 

SLECHTE  MENTALITEIT

Leraars die zich in groepjes met tegenstrijdige belangen verdeelden en elkaar bekampten om een goed lessenrooster te verkrijgen, dát was de situatie waarin henry terecht was gekomen en zich zeker niet thuis voelde.

 

KAZERNE  KLEIN  KASTEELTJE

Hopende dat de situatie in Carels ondertussen zou verbeteren, was henry blij dat hij juist in die periode ging opgeroepen worden om zijn legerdienst te doen. Van 5 tot 7 mei 1965 moest hij 'zijn drie dagen'  doen in het CRS, het centrum voor rekrutering en selectie van het leger, of, zoals het in de volksmond werd genoemd, "Het Klein Kasteeltje".

 

henry (aangeduid in een geel cirkeltje) in ‘Het Klein Kasteeltje’

 

Hier doorstond hij alle schriftelijke proeven en doktersonderzoeken blijkbaar met glans want er werd positief gereageerd op zijn wensen om ingelijfd te worden bij de zeemacht als kandidaat-reserveofficier. Elke aanvaarde kandidaat voor de zeemacht diende zich op de laatste dag voor te stellen aan de rekruterende zeemachtofficier in een klein bureau.

-- En in welke functie wenst u bij ons te dienen? vroeg hij aan henry.

-- Liefst een administratieve, alstublieft.

-- Daarvoor zijt gij te goed, zei de luitenant nadat hij henry's dossier had ingekeken. Ik zal van u een marinier maken.

-- Een marinier? Wat is dat? Wat moet ik dan doen?

-- We noemen dit ook een marinefuselier of marine-infanterist. Is het u nu duidelijk? Zijt gij akkoord?

-- Heb ik nog een andere keuze? vroeg henry die begon te begrijpen dat