- 148 -

 

 

 "Wel, wel, ziede gi doa weer", constateerde de vriendelijke chauffeur terwijl henry vanuit het Brugs station regelrecht in de stadsbus stapte, nadat hij zijn pijp tegen zijn schoenzool had uitgeklopt. Na een aangename babbel ging hij achterin de bus zitten, die meteen naar Sint-Kruis vertrok. Tijdens de rit prees hij zich gelukkig dat de zeemacht bestond. Ze was sinds het korte bestaan van België wel vier keer afgeschaft! Grinnikend misprees henry de franskiljonse domheid, die alsmaar het nut niet had ingezien van een zeemacht in Vlaanderen. Ondertussen stopte de bus regelmatig bij een halte en passeerde hierbij langs enkele gekende toeristische plaatsen: 't Zand met zijn terrasjes, de Steenstraat met zijn vele winkeltjes en de Grote Markt met de hoge Halletoren. Na de Oude Burg laveerde de buschauffeur zijn klanten in vlot tempo doorheen de Langestraat en moest even bruusk remmen bij de scherpe bocht aan de Kruispoort, een magnifieke stadspoort uit 1402. Daarna hobbelde hij over een smalle ophaalbrug en reed Sint-Kruis binnen. Nu nog de Moerkerksesteenweg en een vijftal minuten later kon henry afstappen rechtover café Mexico. Hij wandelde op zijn dooie gemak door het smal Mexicostraatje en ontwaarde op het einde reeds de muur van de marinebasis met erachter het aangenaamste gebouw voor de officieren: het geleek op een villa met witte gevel en rood dak.

 

 

 

 

 

 

<<<<< 

Het smal

Mexicostraatje

<<<<< 

 

 

Maar henry wist beter: hij had er als RO reeds vele uren versleten. Door dat gebouw werd het sociaal contact onder de officieren fel gestimuleerd. Het gelijkvloers was ingericht als officiersmess. Bij het binnenkomen was er links een lange zaal waar tegen de witte muren gezellige eettafeltjes stonden, van elkaar gescheiden door witte, boogvormige nissen. In het midden stond een langgerekte koffietafel, steeds voorzien van de nodige witte tassen en schoteltjes waarop een blauw ankertje stond afgedrukt. Rechts bevond zich de keuken met er rechtover de kapstokken en het toilet. Daar vertrok ook een lichtbruine houten wenteltrap naar de "wardroom" ofte de bar van de zeemachtofficieren. Die was op het eerste verdiep ingedeeld in vier ruimtes: een terras met tafeltjes en tuinstoelen, een bar waar opgeleide stewards steeds van dienst waren en twee van chique lederen zetels voorziene rustgevende plaatsen, waarvan één met televisie. Van dat toestel werd gretig gebruik gemaakt tijdens speciale sportuitzendingen, zoals de Ronde van Frankrijk. En ook 's avonds door de officier van wacht om, indien hij even niets te doen had, op de hoogte te zijn van onder andere het journaal, terwijl een vriendelijke steward voor het nodige nat zorgde. Op het einde van de Mexicostraat sloeg henry rechtsaf, de Brieversweg op. Zo'n veertig meter verder salueerde de postcommandant en liet hem binnen. Ze kenden elkaar en henry salueerde glimlachend terug.