- 171 -

 

 

Wow! Toch ingewikkeld voor die matrozen, zeg!

Elke ceremonie wordt door een opstapeling van details ingewikkeld. Kwestie van inpompen. Die vlaggengroet is nog niets in vergelijking met de parade aan het koninklijk paleis.

 

Vertel me nu niet dat jij dat ook hebt gedaan!

Toch wel. Ik was zelfs gekend als de legerofficier met de langste staat van dienst in dat Brussels paleis. Maar dan in stukjes... die staat van dienst bedoel ik.

 

Daarvan wil ik later het fijne weten... Maar eerst die vlaggengroet. Ik veronderstel dat de MAC om acht hetzij om negen uur in actie schoot.

Dat was inderdaad zijn opdracht. Hij lette voortdurend op de tijd en begon stipt. Op zijn bevel marcheerden de onderofficieren, die vóór de pelotons stonden, naar hem toe. Na het salueren, brachten ze hem op de hoogte van afwezigheden en andere feiten. Terwijl ze daarna terug naar de plaatsen vóór hun pelotons marcheerden, kwam de officier van wacht in actie.

 

Die details interesseren me, want ik neem aan dat vanaf dat moment jij je aandeel in de ceremonie leverde.

Ja, als ik de officier van wacht was, stond ik tot op dat moment nabij het wachtlokaal in 'ter plaats rust' enkel de ceremonie te controleren. Terwijl die instructeurs naar hun pelotons terug keerden, kwam ik in 'geef acht' en stapte met ferme pas naar een plek halverwege tussen de MAC en de vlaggenmast. Daar deed ik 'links-links' en gelijktijdig maakte de MAC 'rechtsomkeer', zodat we naar elkaar keken. Hij salueerde en bracht verslag uit van de toestand. Ik salueerde terug en bedankte hem. Daarna beval ik voor duizend man met luide stem "Geef... acht!' en vervolgens naargelang de situatie "Om te groeten... groet!" of "Presenteer... geweer!" Pas daarna draaide ik me om naar de vlaggenmast en gaf vier korte bevelen. Bij "Prep down!" haalde de tweede dekmatroos de prep met een ruk naar beneden; bij "Pipe!" blies de piper op de bootsmansfluit het 'oewiiiiiuu'; bij "Vlag!" hesen de matrozen nummer drie en vier plechtig langzaam de vlag terwijl ook ik salueerde; en als de vlag aan de top hing beval ik nogmaals 'Pipe!" en blies de piper dan op de bootsmansfluit het 'ie-oe-oe-oe'. Na een "Doe voort", maakte ik weer rechtsomkeer en zei tot de MAC: "De troepen staan ter uwer beschikking". En, oef, ik kon vertrekken. Gevolgd?

 

Oef, oef. Dat wel. En waar bleven ondertussen de andere officieren?

Enkel op de laatste werkdag van de week stonden de officieren ook opgesteld. Nabij het wachtlokaal in drie rijen met de korpscommandant links in de voorste rij. In dat geval leidde de 'kapitein van week' de vlaggengroet. Als de ceremonie voorbij was, wandelde ik met de andere officieren naar de officiersmess om daar gemoedelijk enkele zaken te bespreken onder het drinken van een straffe koffie. Ondertussen hoorden we de luidruchtige commando's, die tussen de gebouwen weergalmden. Alzo verlieten de pelotons elke dag de paviljoenskoer om hun opdrachten uit te voeren.