- 180 -

 

 

Zestig dagen?!

Haha. Je schrikt. Die zestig dagen waren geen recht, hé. Oefeningen en zo beletten me al mijn verlof op te gebruiken. Het werd zelfs door hogere officieren kwalijk genomen als een jonge officier meer dan vijfenveertig verlofdagen te pakken kreeg. Dat wees op 'desinteresse' voor zijn job. En nog iets: als een officier een maand verlof nam, moest hij dertig dagen in rekening brengen. Dus de weekends en feestdagen werden in één stuk meegerekend. Een onderofficier daarentegen had récht op verlof. Dat was eenentwintig dagen per jaar. Veel minder dus. Maar voor hem werd slechts het aantal werkdagen in rekening gebracht. Dus met vijftien verlofdagen was hij drie weken thuis.

 

En wat deed je in je verlof? Reizen?

Ik reisde wel. Met mijn gezin natuurlijk. Monique wilde in 't begin van ons huwelijk enkel naar Blankenberge. Dat was ze als kind gewend met haar ouders. Die brachten hun vakantie altijd maar door in Blankenberge. Blankenberge en nog eens Blankenberge. Een schoon kuststadje, dat wel. Maar altijd dat zelfde. Om zot van te worden! 't Buitenland was voor hen... veel te ver. Duistland... veel te ver. Frankrijk... veel te ver. Met veel diplomatie en overtuigingskracht kreeg ik Monique in 1970 toch zover, dat ik mijn verlof met haar al kon doorbrengen gedeeltelijk in Blankenberge en gedeeltelijk in Zwitserland, meer bepaald in Lugano. En in 1971 had ik, na een zware cumul bij 'IJzeren Hand', het geluk dat ze al durfde meerijden naar Italië.

 

En schilderen?

Schilderen deed ik toen nog niet. Maar ik verdiepte me wel in kunst. Ik bleef de evolutie in de schilderkunst volgen en begon me begin 1970 ook in de muziek te verdiepen. Toen Sven meer dan een jaar voordien was geboren, had ik mijn echtgenote een volautomatische stereopick-up ten geschenke aangeboden. Hiermee beluisterde ik de muziek van grote meesters, zoals Wagner, Beethoven, Verdi, Strauss, enzovoort. Omdat muziek mijn specialiteit niet is, wilde ik me toeleggen op één musicus. En hoewel ik Beethoven graag hoorde, verkoos ik Wagner. Ik kreeg kippenvel van zijn overdonderende muziek, die kon omslaan van uitbundigheid naar neerslachtigheid en terug naar uitbundigheid. Machtig! Om hem en zijn werken nog beter te begrijpen, las ik zijn biografie in het boek van Loeser. En toen besefte ik dat Wagner een fenomenale geest was.

 

Weet jij dat zijn muziek verdoemd werd omdat hij de favoriet was van Hitler?

Toen wist ik dat nog niet. Later wel. Ik weet het: politiek en kunst gaan nauw samen. Maar kijk. Adolf Hitler kwam in 1889 op de wereld, dat is zes jaar na Wagners dood! Richard Wagner leefde immers van 1813 tot 1883. Hij was dirigent én componist én de grootste musicus aller tijden! En toch vergallen de linkse politici hem! Hij hield zich nochtans nooit met politiek bezig. Daaraan zie je hoe dom en bekrompen de linksen zijn. Misschien brengt dit interview enige verandering.