- 181 -

 

 

POLITIEK

Je voorouders hielden zich bezig met politiek. En jij?

Ik mocht niet. Militairen mochten zich niet met politiek inlaten. Alzo waren de meeste officieren lid van de VOAD. Van zodra ik beroeps was geworden, sloot ik mij ook direct aan bij deze vereniging.

 

 VOAD?

'Vereniging van Officieren in Actieve Dienst', een apolitieke organisatie met het doel de privébelangen van de officieren te beschermen. Ook de onderofficieren en beroepssoldaten groepeerden zich in twee aparte verenigingen. Syndicaten waren politiek getint en voor ons verboden. In zekere zin was ik er blij om: ik had in het onderwijs de nadelen ondervonden en de nijdige discussies tussen socialistische, liberale en katholieke collega's opgemerkt.

 

Hoe stonden de generaals tegenover zo'n vereniging?

Zij stonden in 't begin argwanend, zelfs afwijzend. Het was zelfs gedurfd van onze N1 om afgevaardigde te zijn van de officieren van LTZ Billet. Van zodra de commodore echter constateerde, dat de VOAD zich niet met de werkzaamheden van het leger bemoeide en zich enkel bekommerde om privéaangelegenheden, zoals bijvoorbeeld onze wedden, werden ze mild. Vergeet niet, dat kolonels en zelfs majoors achter de schermen wél een politieke kleur moesten bekennen om het tot generaal te kunnen schoppen. Immers, de minister van defensie had daar zijn zegje in! En zo speelde de politiek toch een rol in het leger!

 

Jij zegt dat de VOAD zich bekommerde om de officierswedden. Was dat dan nodig?

Haha. Het klinkt ongelooflijk, maar weet jij dat mijn beginwedde van officier iets lager was dan die van leraar? Dat verbaast je? Awel, ik wist dit reeds vooraleer ik aan mijn examens van beroepsofficier begon.

 

Dat kan toch niet? Een hoge status met een minderwaardige wedde?

 Hoe dat mogelijk was? Awel, de officierswedden vloeiden voort uit wat de officieren vróéger verdienden. En dat waren tóén allemaal edellieden, getrouwd met rijke edelvrouwen en eigenaars van uitgestrekte landbouwgronden en van minstens één kasteel. Hun officierswedde was slechts hun drinkgeld. Hoeveel dat was, speelde eigenlijk een onbelangrijke rol. Zij kwamen laat in hun kazernes toe, straften de militairen die zich volgens de onderofficieren slecht hadden gedragen, ondertekenden de klaargemaakte documenten en gingen zich daarna volgieten. Om veertien uur waren ze alweer uit de kazernes verdwenen. In die tijd was de RSM ofte de MAC in feite de echte baas in de kazerne. Toen ik nu mijn collega's vertelde hoeveel ik als leraar had verdiend, kwam de VOAD in actie. Zelfs de politieke syndicaten geloofden de VOAD niet. Maar toen de bewijzen op tafel werden gelegd, werden de wedden ogenblikkelijk serieus opgetrokken! En dit zowel voor de officieren, de onderofficieren en de BV's ofte beroepsvrijwilligers! Ziezo, 'k had mijn doel bereikt!