- 185 -

 

 

Heb jij die beker gezien?

Ja, ik was nog in LTZ Billet. Een grote met de plaketten van alle jaarlijkse militaire kampioenen.

 

Deed je zelf ook aan sport?

'k Moest wel, ondanks mijn vele werk. Woensdagnamiddag was het sportnamiddag voor de officieren. We waren met te weinig om in LTZ Billet twee elftallen te vormen. Daarom reden we soms naar Oostende om daar in de zeelucht tegen andere marineofficieren te voetballen. Maar meestal speelden we in Billet volleybal. Ik vloek nooit, maar één keer heb ik tijdens dat spel toch in alle stilte verscheidene keren 'duizend miljoen' zitten uitkramen.

 

Wat was er gebeurd?

Mijn twee duimen gelijktijdig verstuikt. Een verstuiking doet even erg pijn als een breuk. Dat vertelde de dokter me tenminste.

 

Hoe is dat gebeurd?

Domweg, zoals elk ongeval trouwens. Niet opletten, hé. 'k Was juist speler van de tweede lijn, links. Naast mij een macadambaantje. De tegenpartij was vlugger begonnen dan ik dacht. Eén van mijn pelotons marcheerde op dat moment net voorbij en ik keek of de onderofficier het goed deed. Plots riep mijn ploeg: "henry!" Ik keek op en zag een lage smash, recht in mijn richting. Ik wilde hem opscheppen, maar was iets te laat. Mijn duimen waren nog naar omhoog toen de bal er keihard op terecht kwam. Wow! Tegenover je manschappen moet je als officier stand blijven houden. Liefst geen pijn tonen. Ik duwde de pijn weg door mijn duimen onder mijn oksels te persen. In de infirmerie mocht een binnenkomende, bloedende matroos zelfs nog voorgaan en ik pompte hem moed in... Mijn pijn was tijdelijk, mijn respect moest blijven.

 

Liet die dokter je voor die matroos wachten?

Hé, hé. Die dokter beging geen fout, hoor. Ikzelf bepaalde dat die matroos vóór mocht gaan. Bij het leger staan de dokters onder het bevel van ons, officieren.

 

Dokters hebben toch ook de graad van officier?

Ja, dat klopt. Ook de aalmoezeniers hebben de graad van officier. Doch, allebei mochten ze slechts orders geven aan hun rechtstreekse ondergeschikten. De dokters hadden een paar onderofficieren-verplegers. De aalmoezenier had een matroos-bediende en was evenmin de ganse dag aanwezig. Hij kreeg echter een kleinere wedde: slechts om de tien jaar kreeg hij opslag. De andere officieren om de twee jaar.

 

Maar de dokters, je hebt het reeds gezegd, kregen wel een volwaardige officierswedde.

Ja. En zo kwam het dat de korpscommandant op een dag het bevel gaf dat ze ook ganse dagen in de kazerne moesten blijven. Dat heeft echter niet lang geduurd. 's Anderendaags werden de eerste drie matrozen, die zich in de infirmerie kwamen aanmelden, door de dokter in de ziekenboeg vastgehouden. Terstond verklaarde de hoofdgeneesheer dat er een epidemie was losgebroken en dat iedereen in de kazerne moest blijven, met uitzondering van de korpscommandant.

Kort nadien had de korpscommandant zijn bevel al ingetrokken...