- 191 -

 

 

BROER  PATRICK ,  ONDEROFFICIER  BIJ  DE MARINE

Enkele weken later stapte henry op een avond verbolgen het huis met het nummer 75 binnen, gelegen halverwege de Jutestraat. Broer Patrick huurde dit omdat zijn echtgenote in 't begin van die straat in een apotheek werkte.

-- Ga zitten, ge moet hier niet werken, grapte Patrick voorzichtig omdat hij zag dat 'grote broer' er niet gelukkig uit zag. A propos, mijn examens zijn deze morgen goed verlopen.

-- Maar deze namiddag zijt gij het daar afgebold!

-- Ja, ik ben uit Brussel teruggekeerd. Waarom?

-- Patrick, hoe is het mogelijk?! Ik heb deze namiddag op mijn bureau een telefoontje uit 't Klein Kasteeltje gekregen. Ze deelden me mee dat gij daar 's namiddag afwezig waart.

-- Natuurlijk. De examens waren afgelopen.

-- De proeven waren niet afgelopen. 's Namiddags werden de lichamelijke proeven afgenomen.

-- Dat hebben ze mij daar niet gezegd.

-- Pfff. Ik zal morgen telefoneren en zien wat er nog aan te doen is.

 

-- Goede morgen. Met henry, vanuit Brugge, Sint-Kruis. Hij zei me dat hij niet wist dat er 's namiddags nog lichamelijke proeven waren. Waarschijnlijk was hij een ogenblik verstrooid of zo.

-- Dat moet wel. Alle anderen waren immers aanwezig. Hij heeft geluk dat hij al bij de zeemacht is. Daardoor kunnen we hem nog tijdig die proeven laten afnemen in de kazerne. Hij zit toch in uw kazerne?

-- Affirmatief.

-- Kijk, ik zal u de af te leggen testen dicteren. Afstanden, hoogten, enzovoort, telkens met de tijdslimiet. Als u ze doorgeeft aan de sportofficier...

-- Die is afwezig. Ik vervang hem.

-- Oké. Uw chef-sportinstructeur moet gewoon de uitslag noteren en u stuurt ze me asap ondertekend door.

-- Oké. Komt in orde.

 

Enkele dagen later, op 19 november, deed er zich een nieuw probleem voor: Patrick werd in 't Klein Kasteeltje afgekeurd op medisch gebied. Daar leek weinig aan te doen. Bedrukt wrong henry zich door het weekeinde. Het maakte hem neerslachtig dat zo'n goed element als zijn broer niet werd aanvaard. Maar in momenten van tegenspoed werd henry 't felst om in zijn opzet te slagen. De maandagmorgen, bij het binnenkomen op zijn basis, begaf hij zich rechtstreeks naar de infirmerie.

-- Ne goeie dag, mannen. Is de hoofdgeneesheer hier?

-- Zeker, luitenant, lachten de onderofficieren-infirmiers. In zijn bureau. Ga maar binnen, er is geen patiënt, de deur staat op een kier.

-- Dokter, mag ik binnenkomen alstublieft?

-- Aha, mijne beste. Kom binnen. Toch niet ziek, hoop ik?

-- Dát niet, maar 't is erger. Ik heb vóór het weekeinde een telefoontje van het CRS gekregen. Mijn broer is reeds in al zijn examens en proeven voor KTOO geslaagd. Maar nu wordt hij afgekeurd omdat hij te licht weegt: negenenveertig kilo.