- 240 -

 

 

De begrafenis van Camille moet een diepe indruk op de familie hebben gemaakt.

Voornamelijk op Tantzet en de haren. Edmond, mijn vader, dacht begrijpelijkerwijze liever terug aan zijn moeder Blondine. Eén ding kwam na die begrafenis terug bij hem naar boven: zijn schrik voor de schijndood... Ik had al gezien, dat zijn naaste vrienden zich daarover verbaasden. Zij verwachtten dit blijkbaar niet zozeer van iemand, die in zijn schaakpartijen als een humorist naar voren trad. 't Was misschien een angst die ontstond nadat hij had gelezen, dat de nagels van overledenen waren teruggevonden in het hout aan de binnenkant van hun kist of...

 

...of misschien heeft de Tweede Wereldoorlog er iets mee te maken?

Dat kan ook. Ja, de familie henry had geen geluk: mijn pa en mijn peter hadden allebei de gepaste leeftijd om bij 't uitbreken van 'hun' wereldoorlog als militair ingezet te worden... Na die begrafenis sprak pa me terug over de schijndood. We bespraken zelfs enkele mogelijkheden om vanuit een doodkist een alarmsein over te brengen. Uiteindelijk wilde hij, dat ik na zijn overlijdensverklaring een lange pin door zijn hart stak. Hij vroeg me dit te beloven, omdat hij wist dat ik steeds mijn woord hield. We keken op dat moment elkaar recht in de ogen. Ik glimlachte even en hij nam aan dat dit het teken van een positief antwoord was.

 

En heb je dit later werkelijk gedaan?

Sta me toe eerst te antwoorden op je vraag van daarnet. Het dagelijks leven ging na de begrafenis terug zijn gewone gang. Mijn broer was al bijna een jaar onderofficier en werkte uitstekend als radiotelegrafist-codeur op zijn eerste schip, 

de M902 Van Haverbeke, een hoogzeemijnenveger

Daarom verhuisde hij met zijn gezin op 29 maart 1973 naar Oostende.

 

Broer Patrick.

 

  

Drieënzeventig? Is dat niet het jaar nadat jij begon te schilderen?

Dat is juist. Daardoor kon ik aan hem in Gent nog het een en ander over het schilderen vragen. Ik had hem geholpen en nu kon hij mij een wederdienst bewijzen. Enkele tips waren voldoende. Ik leerde vlug. Hij is een academicus, ik een autodidact. In de kunstgeschiedenis zijn uit beide soorten belangrijke kunstschilders ontsproten. Ik moest dus niet wanhopen en stormde er met volle moed op af.

 

Vonden sommigen uit je omgeving dat niet raar? Dat plots beginnen schilderen, bedoel ik.

Van wiskundeleraar naar marineofficier en van marineofficier naar kunstschilder. 't Lijkt wispelturig, maar integendeel, 't was weldoordacht. Dus, voor mijn naaste omgeving was dat niet raar. De enige die zich altijd overal mee moeide, was MM. Van haar commentaar trok ik me niks aan. Trouwens, ze had deze keer alle redenen om het niet te ver te drijven!