- 277 -

 

 

koken. "Ja," antwoordde de wijze man, "maar nu is het nog erger. Zeven paracommando's overvielen vannacht drie van onze matrozen! Eén ligt in de infirmerie. Bovendien begint er bij onze matrozen iets te broeden. Ik vermoed dat ze en bloc van plan zijn om vanavond de para's in hun kwartier aan te vallen."

 

Dat wordt spannend.

't Zal wel zijn. Je moet weten, dat deze twee elitetroepen totaal verschillend zijn opgeleid. Para's zijn getraind in individuele aanvallen. De marine valt aan en bloc, zoals per schip en zo, al kunnen ze natuurlijk ook individueel hun manneke staan, hoor.

 

Alsjeblieft, toe, vertel vlug verder.

Ik spoedde me naar de infirmerie. De matroos lag op een brits, maar de dokter verzekerde me dat het niet ernstig was. Nadat ik daar en nadien bij de twee andere matrozen in mijn bureau de nodige inlichtingen had ingewonnen, telefoneerde ik naar de S1-officier van de para's: "Kapitein, gij weet weer van niks, zeker?" - "Hoe, is er weer iets gebeurd?" vroeg hij. "Ja, deze keer zeven tegen drie. Kijk, ik zou zelfs uw mannen komen feliciteren als ze met een minderheid een meerderheid van mijn matrozen hadden durven aanvallen en, behalve dat, nog hadden overwonnen ook. Maar... Drie para's tegen één matroos, vijf para's tegen twee, zeven tegen drie... Dat is niet ferm, dat is laf! Ik stuur de rijkswacht op uw dak!" - "Ge gaat dát toch niet doen, zeker?" - "Te laat, ik ben al bezig", snauwde ik en belde meteen naar een collega-rijkswachtofficier. Die stuurde meteen twee van zijn onderofficieren.

 

Maar als je matrozen niemand herkenden...

Er klopte iets niet. Zelfs 's nachts was daar altijd voldoende klaarte... Dat één matroos niemand herkent, kan ik nog geloven.  Maar er waren er meer. Ik vertrouwde die S1-para plots niet meer. En als men het erewoord van een officier al niet meer kan vertrouwen... Die rijkswachters kregen van mij de nodige informatie en reden daarna met alle slachtoffers naar 't kamp van de paracommando's. Vanuit mijn bureau zag ik in de verte alles gebeuren. Nadat alle para's waren verzameld, gingen de rijkswachters de gebouwen binnen en haalden er nog een hoopje para's uit! Die waren daar 'toevallig' nog de gang aan het kuisen... En 'toevallig' was dát het hoopje, waarin mijn matrozen de daders herkenden.

 

Fantastisch. Daarvoor heeft je korpscommandant je wel op enkele whisky-cola's getrakteerd, zeker?

Integendeel. Terwijl de rijkswachters ginder hun werk deden, stormde Klipmans m'n bureel binnen en riep briesend in aanwezigheid van mijn ondergeschikten, dat ik er de rijkswacht niet had mogen bijhalen. Iets in die zin had ik van hem wel verwacht, daarom had ik zijn goedkeuring niet gevraagd, maar dat hij zó erg te keer zou gaan... neen. En dan nog in 't bijzin van mijn ondergeschikten! Ik wist dat ik juist handelde. Ik zet me steeds ten volle in voor iedereen en voor alles waarvoor ik verantwoordelijk ben. Niets kan me tegenhouden. Vroeg of laat zegeviert toch de gerechtigheid. En, komiek, maar als ik de slechteriken niet aanpak, doet de mysterieuze 'hogere hand' het later. Snoodaards zijn er nadien nooit goed van!