- 316 -

 

 

Intussen genoot henry al volop het vertrouwen van de onderofficieren. Ze hadden vlug begrepen, dat ze wel degelijk met een officier te doen hadden en dromden rondom hem. Sommigen vertelden hem over hun tegenslagen en ook hoe ze daardoor in het Gasthuis waren terechtgekomen. Kon hij misschien soelaas bieden? Elk relaas was schrijnend en ook nu merkte henry, dat zeker verscheidenen van hen helemaal niet in een psychiatrisch ziekenhuis behoorden te belanden. Een typisch voorbeeld, dat henry zich gans zijn leven zou blijven  herinneren, was dat van een rijkswachtonderofficier die door toedoen van een burgemeester onrechtmatig in de psychiatrie werd opgesloten!

Tijdens al die vlugge verhalen schaarden de pas binnengekomen patiënten zich ook rond henry, waardoor de groep onderofficieren indrukwekkend werd.

 

Omstreeks tien uur, middenin de gesprekken, rinkelde de telefoon en de 'verpleegster' nam op.

-- Ja, zei ze, die is hier. Wat? Herhaal dat nog eens. Een officier! Oeioei! In orde.

-- Ze hebben u gevonden, lachten de onderofficieren.

-- henry! riep ze voorzichtig.

-- Hebt ge mij soms nodig, mevrouw? meesmuilde henry terwijl hij uit zijn compartiment stapte.

-- Zijt gij een officier van de zeemacht?

-- Jawel.

-- Ze verwachten u in het 'Kwartier Officieren' en, vervolgde ze terwijl ze hem vol verbazing bleef aanstaren, en neem maar al uw gerief mee. Ik zal u een verpleger meegeven om u te helpen.

 

Het hospitaal had tamelijk vlug zijn vergissing ingezien, maar die korte tijd volstond voor henry om het optreden tegenover de lagere echelons te evalueren.

 

HET KWARTIER OFFICIEREN

Vanaf dan genoot henry een betere behandeling, zeker een officier waardig. Hij kreeg een afzonderlijke, aangename en goed ingerichte kamer met een apart toilet en in de korte gang mocht hij gebruik maken van een living met televisie en radio. Een gediplomeerde, zeer vriendelijke verpleegster zorgde voor zijn welzijn. Een andere vrouw en een man vertelden hem, dat zij hem steeds tijdig zijn gerechten gingen serveren. Zij gingen voor alles zorgen en henry had plots niets meer te doen. Omstreeks elf uur werd hij bij de psychiater en zijn adjunct voor een eerste gesprek ontboden. Ze stelden hem gerust door te zeggen, dat hij vlug uit het hospitaal zou ontslagen worden. Waren ze te vertrouwen? Op dat moment stond de marinier henry inwendig op scherp, maar uitwendig liet hij niets blijken. Hij had in de afdeling onderofficieren en soldaten al genoeg patiënten ontmoet, die er al vier tot zes maanden werden vastgehouden en enkel in het weekend, als ze braaf waren, eens naar huis mochten.