- 371 -

 

 

-- Sotmans, ik heb goed nieuws voor u. Ge moogt direct naar uw moeder en met vakantie vertrekken, stelde henry hem na dat telefoontje voor.

Een brede glimlach verscheen op Sotmans' gelaat en hij knikte vol overtuiging van ja. Hij had het gevonden: een speld leidde naar vakantie en gemakkelijk te verdienen geld. 'Verstandige' mensen op een dwaalspoor brengen kon toch niet gemakkelijker zijn, zeker?

Maar enkele weken later moest Sotmans voor de burgercommissie verschijnen. Het verliep een beetje zoals in een rechtbank: vooraan zaten de leden van de commissie, in het midden van het zaaltje Sotmans en zijn moeder. Die wenste als verdediger te fungeren. Rechts zaten henry en een collega als aanklagers, en links een vakbondsafgevaardigde uit de burgerij om toe te zien of men zich aan de regels hield. Na voorlezing van de aanklacht, bestempelde de moeder in een ellenlange verdedigingsrede het leger met zijn officieren als de grootste rotzooi die op aarde bestond, dat voortdurend had gesold met haar zoon. Dat deed henry wel enigszins pijn, omdat hij Sotmans even correct en fatsoenlijk had behandeld als gelijk welk ander bemanningslid van zijn schip. Niemand onderbrak de moeder en ze kon volop haar gal uitspuwen.

-- Hebt u daar nog iets aan toe te voegen, madame? vroeg de voorzitter toen ze plots stopte met haar pleidooi.

-- Ik heb alles gezegd.

-- Hebben de heren officieren nog iets aan hun schriftelijke aanklacht toe te voegen?

-- Neen, mijnheer de voorzitter.

-- Heeft de vakbondsafgevaardigde nog iets op te merken?

-- Neen, mijnheer de voorzitter.

Toen zonderde de commissie zich af. Na beraadslaging kwam ze terug en haar verdict was zeer streng: voortaan mocht Sotmans in geen enkel ministerie nog tewerkgesteld worden.

 

Veel tijd was verloren gegaan.

Een leger kan zich dergelijke energieverspilling niet permitteren.

 

Voor de zoveelste keer had henry begrepen dat de politiekers van zijn land

met de regelmaat van de klok ondoordachte beslissingen namen.

 

Voor de allereerste keer had henry zelf ondervonden

dat de Vlamingen in België werden getergd door de Franstalige oversten

en dacht hierbij terug aan de grievende verhalen van zijn vader en grootvader.

 

Witheet hadden zijn mannen aan den lijve ondervonden

dat ze blootgesteld werden aan de grillen van de politiekers,

maar hadden gelukkigerwijs henry als overste.