- 413 -

Al van kindsbeen af had henry dieren gehad. Tussen al de sinterklaasgeschenken, die hij toen eenmaal per jaar op de eettafel van zijn ouders mocht vinden, deed enkel een goedkope, driekleurige cavia zijn hart werkelijk opspringen van vreugde. "Een steenratje", zo noemde men zo'n diertje destijds. Ook was er de grote kater, die elke morgen woedend op henry zijn peignoir sprong als hij beneden kwam. En dan was er ook nog een geelgroen tirijntje, zoals men in die tijd een sijsje noemde, dat zó tam was dat het elke dag met zijn mooi trii-u-gefluit en vrolijk gezang op de keukentafel kwam zitten, net naast de teljoor van de kleine henry, en alzo zijn maaltijd kwam opvrolijken. En, och ja, er was ook nog de perruche, zoals de Gentenaars in die tijd een parkiet noemden, waarvan de brute verkoper tijdens de vangst een vleugel had gebroken. De buren werden het na enige tijd gewoon: henry deed de boodschappen van zijn moeder "met ne perruche op zijn schouder". Het is dan ook niet te verwonderen, dat de dierenvriend henry later steeds dieren in huis had:  een papegaai en een volière vol met zesentwintig kleurrijke tropische vogeltjes. Deze papegaai heette Toto, een grijze roodstaart, die allerlei acrobatische toeren verrichtte en henry's stem nauwkeurig imiteerde in zo'n honderd zinnetjes en woordjes.

 

 

 

 

Toto

 

 

 

 

 

Daar was...

 

ook naarmate de jaren verstreken henry's stijgend verlangen om voltijds kunstschilder te zijn, hoewel hij zeer graag bij de Zeemacht was. Dat verlangen was één van de redenen waarom hij in 1963 de functie van leraar wiskunde en in 1968 de functie van militair officier begon waar te nemen. In die functies mocht hij vroeger dan de andere werknemers zijn ambt neerleggen en kon vanaf dan volop schilderen. In andere beroepen moest men immers tot 65 jaar in dienst blijven, maar een leraar ging al met pensioen op 56 jaar en tot de graad van 1LZ ging een militair officier in ruste op 51 jaar. Hogere graden konden slechts later in ruste gaan: op 54 jaar voor een KVK, 55 jaar voor een FKP, 56 jaar voor een KTZ en 60 en 61 jaar voor een admiraal. Daarom had henry al van in den beginne besloten om niet deel te nemen aan een examen waarmee hij een nog hogere graad dan 1LZ kon verwerven. Dat was de ZS1 niet ontgaan.

-- Een goedendag, commandant, sprak de adjunct van de ZS1 nadat hij het bureau van henry was binnengekomen, mijn baas stuurt me om te vragen of u zult deelnemen aan het examen van KVK.

-- Dat is vriendelijk, maar ik ga dat examen niet doen.

-- Uw kans om te slagen is nochtans groot. Ge hebt de wind in de zeilen.

-- Bedankt voor uw aanmoediging, maar ik blijf bij mijn besluit.

-- Dan zal ik terugkomen met het daartoe voorziene document ter ondertekening.

-- In orde. Maar ga nu eens gerust zitten. We gaan daar eerst ene op drinken.