- 439 -

 

DE DENKBEELDIGE PROGRAMMEUR

Informatica? Dat was toch jouw domein? De terminal stond toch bij jou?

Op mijn 'schip' had ik inderdaad in de 'radarpost' een terminal staan, die door één van mijn manschappen werd bediend. Die terminal was, zoals alle terminals van het ministerie, aangesloten op de centrale computer van het ministerie en daarvan was mijn goede vriend Doemans de baas. Hij was een landmachtcommandant en warempel een kei in de informatica, een vak waarin hij zich in het leger had gespecialiseerd. Voor mij daarentegen volstond het om enkel op de hoogte te zijn van wat voor mijn 'schip' nodig was.

 

Ik herinner me dat jij die terminal gebruikte om op elk moment de laatste toestand van iedere toekomstige milicien te kennen.

Juist. Maar nu wilde Waalmans de verdeling van de miliciens totaal mechaniseren en door de computer laten doen. Daarom had hij zich een beetje verdiept in de informatica, maar volgens Doemans was dit totaal onvoldoende om zo'n reorganisatie uit te werken, zelfs met de medewerking van Spion.

 

Als ik het goed begrijp, wilde Waalmans de computer laten beslissen wat er met onze jonge mensen ging gebeuren?

De computer kon natuurlijk enkel de programma's afwerken, die wij bij hem zouden invoeren. Maar wij vonden toch dat de maandelijkse verdeling van de miliciens op die manier een gruwel ging worden en in strijd met de menselijke waardigheid. Stel je voor: een machine die over het leven van onze jonge mensen zou beslissen! Zo'n maandelijkse verdeling was zó complex en de gevoelselementen waren zó uiteenlopend, dat enkel een menselijk brein in staat was om bevredigende, humane oplossingen te bezorgen. Maar Waalmans wilde per se zijn idee doordrukken. Met z'n onvoldoende kennis van informatica begon hij volop bevelen uit te delen. En bij het leger geldt, zoals je weet: bevel is bevel. Elke morgen moesten de officieren één tot anderhalf uur in het bureau van Waalmans vergaderen en de meeste van zijn orders waren uiteraard voor mijn 'schip' bestemd. Elk order betekende voor mijn bemanning een verandering van hun werkwijze en die moest asap uitgevoerd worden. Dus moest ik aan hen in de namiddag alle veranderingen uitleggen, wat weeral een uur vergaderen vergde.

 

En gebeurde dat werkelijk elke dag?

Jaja, het werd onmenselijk. Militairen zijn nochtans veel gewend, maar het was om zot te worden. Want ondertussen moesten mijn mensen en ik ons gewoon werk nog verder blijven doen. Geruchten deden de ronde dat Waalmans aan de FDF-generaal had beloofd om dat 'zaakje' op te knappen in twee jaar.

 

En heeft hij dat gedaan?

Drie jaar heeft Waalmans daaraan gewerkt en 't was nog niet in orde. Volgens mijn vriend Doemans kon een specialist dat doen in één jaar. Maar Waalmans beging de ene fout na de andere en opdat hem geen verwijt zou treffen, begon hij te liegen! Telefonisch droeg hij bijvoorbeeld enkele keren aan Doemans op om in de computer bepaalde gegevens in te brengen, die nadien tot totaal verkeerde resultaten leidden. Om zich te verschonen, beweerde Waalmans achteraf dat hij het aan mijn vriend via de telefoon totaal anders had gezegd.