- 440 -

 

Zoiets kon je vriend toch niet dulden!

Natuurlijk niet. Liegen is een officier onwaardig... tenzij voor de vijand, hé. Doemans loste dit verstandig op. Met toestemming van zijn eigen kolonel eiste mijn vriend dat kolonel Waalmans van dan af aan elke aanvraag schriftelijk deed. Zoiets werd voor Waalmans natuurlijk zeer tijdrovend: zijn aanvragen moesten nu eerst in de dactylopool getypt worden, daarna door hemzelf gecollationeerd worden en vervolgens nog drie secretariaten passeren, zodat ze zowat tien dagen later pas op het bureau van Doemans belandden. Deze las ze dan en aangezien ze in vele gevallen foutief waren, stuurde Doemans ze als onuitvoerbaar naar Waalmans terug. Terug via de zelfde lange weg... Alzo duurde het bijwijlen een maand vooraleer één aanvraag van Waalmans door het personeel van mijn vriend in de computer kon worden verwerkt. En, geloof me, er waren nog vele, zeer vele aanvragen in te dienen vooraleer Waalmans zijn doel zou bereikt hebben.

 

En hoe had jij je aanvragen in de vorige jaren bij Doemans ingediend?

Heel eenvoudig: als vriend en op een menselijke manier. Niet zoals Waalmans vanuit de hoogte. De informatica stond toen nog in zijn kinderschoenen en ik kende er weinig van. Dus, als ik of mijn manschappen een probleem hadden, verliet ik mijn 'schip' en ging naar het bureau van Doemans. Daar bespraken we in een gemoedelijk onderonsje het probleempje. Doemans 'vertaalde' dan meteen mijn verlangens in computertaal en klaar was Kees. Zó los je iets op en niet zoals een allesweter die op iedereen neerkijkt. Zo iemand vangt meestal bot.

 

Bij jou was zo'n probleem dus al op een kwartiertje opgelost?

Met de goede wil van mijn vriend, ja. Een kwartiertje voor iets waarvoor Waalmans een maand nodig had. Zoals je ziet: militairen helpen militairen en de uitzondering bevestigt de regel.

 

 

/\

Eten om te leven

100 cm x 100 cm

10 augustus 1988

In deze Expressieve is henryEC nog steeds kwaad op zijn Franstalige kolonel, die hem zo veel leed berokkende. Waarom elkaar doden, psychisch hetzij fysisch? En toen hij het schilderij voltooid had, schreef hij: "Ik klaag God aan. Als ik aanneem dat God bestaat, waarom heeft Hij me dan zó gemaakt dat ik moet doden om te kunnen blijven leven? Waarom moeten zoveel levende wezens doden om te kunnen eten en alzo te kunnen blijven leven?! Waarom moeten zoveel levende wezens gruwelijk gedood worden opdat andere wezens zouden blijven leven?! Wat een verschrikkelijke kringloop! God doet en leert ons dus doden! Och, God, dat is tegen mijn diepste gevoel. Dat is tegen mijn geweten!" Hieruit besloot henry eens temeer dat God niet bestaat.