- 445 -

 

 

Het verbaast me toch wel, dat die kolonel niet rechtstreeks jou heeft aangepakt.

Och, ja, dat vergat ik nog te zeggen: Waalmans had dat natuurlijk al geprobeerd, maar dat was flagrant mislukt.

 

Ach, zo! Vertel dát eens in geuren en kleuren.

Je zult teleurgesteld zijn, want daar valt niet veel over te vertellen. Op een dag had ik namelijk per toeval de kolonel uit de lift zien stappen, die van de verdieping kwam waar de Generale Staf van de Zeemacht zich bevond. Tien minuten later telefoneerde de adjunct van de ZS1 naar mij: "Commandant, wilt u werkelijk muteren?" Ik begreep direct wat er was voorgevallen, maar vroeg hem toch langs mijn neus weg: "Natuurlijk niet. Waarom?" Hij antwoordde: "Uw baas is hier zopas geweest en hij drong erop aan om u asap te laten vertrekken." Hoewel ik dit antwoord had verwacht, fronste ik toch even de wenkbrauwen. "Laat me hier maar blijven", lachte ik. "Dat dachten wij ook", gniffelde de adjunct.

 

Zijn poging om je weg te sturen, is dus mislukt.

En niet alleen mij, maar ook Fons kreeg hij niet weg. Vele weken later ontstak hij zelfs op één van die dagelijkse vergaderingen met zijn officieren in een machteloze woede: "Hoe is dat toch mogelijk?! Ik kan hier niemand wegbonjouren zoals ik dat wil!"

 

Hoe heb jij Fons gered?

Ik was zeer goed bevriend met de kopstukken van AGC-CAP. We hadden elkaar regelmatig ontmoet in de mess en de bar. Dus meteen nadat ik wist dat Waalmans zijn rapport over Fons toch naar hen had opgestuurd, telefoneerde ik naar hen en vertelde hen onverbloemd de waarheid. "Geen probleem," antwoordden ze, "en het is goed dat ge ons hebt ingelicht. Het enige wat we nu nodig hebben, is uw schriftelijk verslag waarin ge het rapport van uw kolonel volledig ontkracht. Wij zijn verplicht Fons voor ons Bestuur te laten verschijnen, maar met een goed tegenrapport hoeft hij niets te vrezen."

 

Hoe kon jij een tegenrapport maken met zo'n onbetrouwbare secretaris vóór je neus?

Ik moest er inderdaad voor zorgen dat Waalmans niet op de hoogte kwam van mijn lovend rapport over Fons. Gelukkig had ik thuis nog mijn oude typemachine en kon ik daar zelf die brief typen uit het oog van iedereen. Ook mocht ik voor alle zekerheid Fons niet op de hoogte brengen van mijn tegenactie. "Commandant, ziet ge wel: ik moet toch voor het Burgerbestuur verschijnen," informeerde hij me in paniek enkele dagen later, "en ik zal mijn werk kwijtraken!" Ik kalmeerde hem opnieuw met: "Fons, ik heb u beloofd, dat er met u niets verkeerd zal gebeuren. En ge weet dat ik nog nooit een belofte heb verbroken."

 

En heb je je secretaris afgestraft?

Haha! Waalmans heeft hem toen voor alle zekerheid vlug van mijn 'schip' weggehaald en naar zijn eigen secretariaat overgeplaatst en dacht zelfs dat hij mij hiermee terug een hak zette. Maar man toch! Integendeel! Content dat ik was!