- 610 -

 

 

Op de een of andere manier had Heidelberg immers op henry een sympathieke indruk gemaakt. Een gezellige stemming straalde als het ware uit deze stad. Dit zette henry aan tot het maken van een schilderij, die hij nadien thuis voltooide.

 

”Ik heb mijn hart in Heidelberg verloren - op een mooie zomernacht - Ik was verliefd zoals nog nooit tevoren - Aan zo een geluk had ik nog nooit gedacht - En bij die laatste kus daar bij die toren - besefte ik dat ik niet had gedroomd - Ik heb mijn hart in Heidelberg verloren - Daar ginder waar de Neckar stroomt”.

 

Dit was een lied van Henk De Bruin dat in Vlaanderen en Nederland door iedereen gekend was en waarmee deze Nederlandse zanger de romantiek in Heidelberg extra benadrukte. Deze bekende, gastvrije universiteitsstad met op dat moment niet minder dan zevenentwintigduizend studenten verblijdde het publiek in haar Hauptstrasse – een lange, gezellige straat met een aaneenschakeling van winkels – met onder andere een karikaturist, die voor een minimumprijsje elke passant met houtskool op papier wilde neerzetten. En terwijl henry geïnteresseerd naar het schetswerk van die karikaturist keek, trok Timi onbewust de aandacht van voorbijkomende mannen, die per se de yorkshire wilden aaien die ze in haar armen hield… Wat verder, in het Studentenkarzer, een soort cachot voor studenten, werden in de jaren 1712 tot 1914 al te rumoerige studenten opgesloten. Maar die vonden zoiets in die jaren blijkbaar niet erg en waren er zelfs fier op geweest dat ze daarin vertoefd hadden, want henry en Timi konden samen met tientallen andere bezoekers nu volop lol beleven aan de honderden tekeningen en opschriften waarmee de deugnieten toen elk plekje op elke muur met plezier hadden beklad om hun aanwezigheid voor het nageslacht te vereeuwigen. Nadat henry en Timi in het idyllisch vestingstadje Bad Wimpfen hadden rondgewandeld en overnacht, arriveerden ze in Frankfurt, waar ze niet alleen het glorieus huis van Goethe bezochten, maar ook de majestueuze Dom, waar de keizers destijds werden gekroond, en het Museum für Moderne Kunst, gebouwd in de vorm van een schip, waarbinnen in elke zaal een bewaker nauwlettend toezicht hield op elke beweging van iedere bezoeker. Vanaf Rüdesheim en Bingen belandden henry en zijn echtgenote per motorhome in het mooiste deel van de Rijnstreek en dit tot in Koblenz, met z’n vele kastelen uit het feodaal tijdperk. Elk kasteel had zijn legende. Ook de grote musicus Wagner vond hier, hier aan de Rijn, zijn inspiratie voor zijn Nibelungen. Hier kon een echte operasfeer ontstaan. Zo’n sfeer ontstaat immers in een kunstenaarsziel, die een Rijn vol leven ziet waarin een schat ligt, een Rijn waar dampen uit een lugubere waterspiegel opstijgen en zich tot dichte mistbanken omvormen, mistbanken waardoorheen kasteelruïnes kijken, een Rijn waaruit stukken rots steken en waaruit plots de hemelhoge Loreley opduikt, die met het gezang van zijn Sirenen de bemanning van schepen verleidt om die schepen daarna te doen vergaan. Maar de geschiedenis vertelt ons dat de werkelijkheid bijwijlen de Nibelungen oversteeg. Want de kasteelheren rondom de Rijn bevochten elkaar heftig. Soms werden er zelfs hevige broedertwisten uitgevochten. Daarom bezochten henry en Timi verschillende kastelen om zich te kunnen inleven in die feodale wereld. Daarna vertrokken ze naar Koblenz, waar twee machtige waters samenvloeien: daar komt de Moezel in de Rijn. Op dat punt staat das Deutsches Eck, een reusachtig gedenkteken dat symbool staat voor de eenheid van Duitsland. Daar beklommen henry en Timi de enorme stenen treden vanaf de voet tot onderaan het geweldig groot standbeeld van Keizer Wilhelm de Grote ofte Keizer Wilhelm I. De dag nadien bezochten ze de brug van Remagen, waar de Amerikanen op het einde van de Tweede Wereldoorlog de Rijn konden oversteken, meer bepaald op 7 maart 1945, maar die toen tien dagen later was ingezakt door het overtollig gewicht.