- 611 -

 

 

Op 1 december 1994 vertrok henry naar de Spaanse Costa’s: een studiereis naar Spanje.

Eigenlijk lag het in zijn bedoeling om kerstavond eens te vieren in een warme streek. Daarom had Timi van nabij op de teletekst de weersvoorspelling in het oog gehouden. Toen ze had gemerkt dat er in de komende woensdagnacht al een kans bestond op lichte vorst, besloten ze meteen om naar het warmere zuiden te vertrekken. Hop, en weg naar Spanje, deze keer naar de Spaanse Costa’s, die stuk voor stuk een eigen karakter hadden. De zesde dag kwamen ze al via Portbou Spanje binnen en hadden vanaf daar menig mooi uitzicht op de diep uitgesneden kusten van de Costa Brava. Het voordeel van deze reis was dat ze veelal met hun motorhome voor een overnachting konden parkeren nabij de zee, waardoor ze konden genieten van de prachtige kleuren van de zonsopkomsten. Ze konden er wandelen op de stranden en zich met de honden verpozen op de terrasjes van de schilderachtige haventjes en dorpen. In Escala liep het een beetje mis. Een typisch Spaans restaurantje met een perfecte kok serveerde hen weliswaar een overvloedige maaltijd, maar had blijkbaar het modern betalingssysteem niet kunnen bijbenen. Toen ze daar op het terras na een fameuze porto allebei hadden genoten van een pompeuze schotel inktvis, met smakelijke vette sausen en andere vissoorten erbij, die opgefrist werd met een paar overdadige karaffen wijn, wilde henry betalen. Maar toen bleek dat de uitbater geen Visa kon aanvaarden en dat hij geen Eurocheque wilde aanvaarden. Hij wilde betaald worden in klinkende munt, in dinero’s. Dat kon geen probleem zijn, verzekerde hij aan henry, want dichtbij was er een bank met een Mister Cash. Als onderpand bleef Timi achter, terwijl henry op zoek ging naar die bank. Maar die was gesloten. Een toevallig voorbijkomende Spanjaard verwees henry naar een andere bank, een beetje verder, maar die was ook op slot. En op die manier verwees Spanjaard na Spanjaard henry steeds maar verder en verder, van bank naar bank, en alzo legde henry te voet zo’n drie kilometer af, een ferme wandeling met een maag en zo’n acht meter darmen vol vis en smeuïge sausen en porto, en bovendien nog onder een hete zon. De mengeling begon te zwalpen en te klotsen en toen henry eindelijk met het geld terug aan het restaurantje arriveerde, had hij nog net de tijd om de verbaasd kijkende Timi te verwittigen met: “Geen paniek, ik heb het geld, maar ‘k moet eerst eens vlug hiertegenover binnenwippen, in onze motorhome.” Daar had henry gelukkig een douche, zodat hij – ‘een officier maakt nooit schulden’ indachtig – uiteindelijk met een verse onderbroek de uitbater kon uitbetalen. Opdracht volbracht. Of was het eerder: doel bereikt? Een gans eind verder arriveerden ze in het rustig stadje Tamariu, waar ze op een rozig strand met de yorkshire konden wandelen en de prachtige baai konden bewonderen. En wat verder parkeerden ze in een aangenaam vissershaventje dat gekend was voor zijn Cremat, een plaatselijke cocktail, die flamberend in een bruin, groot, diep, stenen vaatwerk door de ober van de enige cafetería op de dijk werd opgediend, een cocktail die ze dan zelf maar zo heet mogelijk met een pollepel in hun kom moesten overgieten. Timi dronk er zo vijf en henry tien. ’t Was een moment dat ze zich zelfs begonnen af te vragen waarom iedereen almaar verder buiten Europa wilde gaan reizen. Nadat ze de Costa Brava en Costa Dorada, waren gepasseerd en nadat ze het Fort van de Tempeliers op een schiereiland hadden bezocht, waar een van de vele antipausen had vertoefd, arriveerden ze aan de Costa del Alzahar. Daar zagen ze boven het moderne Sagunto het oude Sagunto en konden ze zich een duidelijk beeld vormen van het drama dat zich in het oude Sagunto tweeduizend jaar voordien had afgespeeld. Toen had Hannibal Sagunto aangevallen omdat Sagunto bevriend was met de Romeinen. De Romeinen kwamen Sagunto echter niet te hulp en de mannen van Sagunto hebben zich toen in een wanhopige strijd tot de laatste man verdedigd, waarna de bejaarden en de vrouwen zich met hun kinderen in het vuur hebben geworpen, een vuur dat ze zelf hadden aangestoken met hun klederen en meubels.