- 614 -

 

 

Op 12 april 1995 vertrok henry op studiereis doorheen Vlaanderen en Wallonië.

Met de vorige reizen wilde hij bewijzen dat het niet nodig was om verre tochten te maken naar andere werelddelen om mooie streken te zien. En om mensen en dieren van elders te leren kennen, vond hij de tv-documentaires veel doeltreffender én goedkoper. Deze keer zelfs wilde hij eropuit trekken doorheen Vlaanderen en Wallonië om te tonen dat een reis door z’n eigen land even interessant kon zijn als gelijk welke andere reis. In het bijzonder wilde hij deze keer met Timi de plaatsen en steden bezoeken die een rol hadden gespeeld in zijn leven. Hierdoor zou ze zich nadien beter kunnen inleven in zijn verhalen. Gent, zijn geboortestad, de stad waar hij was opgegroeid en leefde, kende ze ondertussen al beter dan haar eigen geboortestad. Vanuit Gent ging het op twaalf april richting Laarne. Daar wist henry te vertellen dat hij naar deze rustige, aangename, landelijke gemeente al eens was gefietst als vijftienjarige. Als atheneumleerling wilde hij namelijk controleren of een medeleerling die in Laarne woonde – het lievelingetje van de Franse leraar – de waarheid in de klas had verteld over ‘zijn’ kasteel. Nee dus, want in tegenstelling tot wat dat lievelingetje had beweerd, bevonden zich in die tijd in het Kasteel van Laarne hoegenaamd geen kunstvoorwerpen. Vandaag, op twaalf april, wandelden ze er met hun honden op het binnenplein en langsheen de slotgrachten, daar waar henry veertig jaar voordien met zijn fiets was gearriveerd en van de portier de sleutel had gekregen om vrijelijk in het kasteel rond te lopen en met eigen ogen te kunnen zien dat het kasteel totaal leeg en verlaten was. Timi moest lachen als ze het verhaal over dat lievelingetje hoorde. Daarna reden ze naar Sint-Martens-Latem, kortweg Latem genoemd, dat naam had gemaakt als ‘schildersdorp’, omdat daar destijds zo’n twintig kunstschilders hun meesterwerken hadden gemaakt, reden waarom henry daar begin 1993 met Timi had willen huwen. Maar dit kon niet, omdat hij er niet tijdig een geschikt domicilie had gevonden. “Gelukkig maar,” zei hij nu tot Timi, “want ik denk dat Berten ons hier gemakkelijker zou ontdekt hebben dan in Ellezelles.” Nu bezochten ze er de molen en de galerijen, waar schilderijen te koop hingen, en genoten van een lekkere cappuccino op het hoekterras tegenover het kerkhof. Daarna vertrokken ze naar Drongen, waar ze op het terras van het ‘Grand Café’ op het dorpsplein tegenover de abdijkerk genoten van de landelijke sfeer. Daarna reden ze over de Pontbrug, omdat Timi uit nostalgie nog eens Bertens stacaravan wilde zien en ook de nabijgelegen landweg, waarop ze van henry in diens auto tijdens hun geheime verlovingstijd haar eerste rijlessen had gekregen. “Ik voel me nog altijd diep beledigd,” sakkerde ze vooraleer ze insliep in de motorhome, “omdat Berten me te dom vond om met een auto te kunnen rijden.” – “Laat u daardoor niet van de wijs brengen,” kalmeerde henry haar, “want ge zijt verstandig. Door u te vernederen, wou hij zichzelf alleen maar belangrijker voelen dan u en zich in zijn kennissenkring voordoen als iemand van grote betekenis. Gedenk in uw leven altijd mijn ‘Aandachtstheorie’: alles draait om aandacht. Zowel bij mens als dier. Berten is maar een laaggeschoolde nietsnut, die nooit gewerkt heeft, en het enige wat hij kan, is autorijden. Hij kreeg schrik dat gij dat ook zoudt kunnen en zelfs nog beter dan hem. Want zelfs autorijden doet hij niet goed, dat weet ge toch, hé.” Met een brede glimlach sliep Timi toen in. De dag nadien vertrokken ze naar Brugge, een boeiende toeristenstad, de geboortestad van Timi. Nabij de Kruispoort wandelde ze met henry langsheen de molens en ze toonde hem de plaatsjes aan de waterkant waar ze zich als kind regelmatig dromend verborgen hield als haar ouders voor de zoveelste keer thuis ruzie maakten, in de Predikherenrei 41. Daarna reed henry met haar in vijf minuutjes naar de Marinebasis in Sint-Kruis, waar hij zijn militaire carrière van zeemachtofficier was begonnen, en vandaar naar de Marinebasis in Zeebrugge, waar hij diezelfde carrière had beëindigd. Voor iedereen waren dit twee Marinebasissen op slechts twintig kilometer van elkaar, voor henry lagen ze bijna dertig jaar van elkaar.