- 642 -

 

 

 Ik wil nog even terugkomen op die vraag van Suykerbuyck. Waarom deed hij dit?

Omdat hij vond dat de collaborateurs al erg genoeg gestraft werden. Sommigen waren zelfs kort na de oorlog ter dood gebracht. Er waren minstens drie argumenten ten voordele van de amnestie. Eerst was er een onrechtvaardigheid: de Belgische koning Leopold III mocht na zijn collaboratie met Hitler van een gelukkig en rijk leventje blijven genieten, terwijl aan zijn dito onderdanen alles werd ontnomen. Twee. Men mocht geen enkele moordenaar betreffende een misdaad, die hij in vredestijd had gepleegd, hierover nog iets onder de neus wrijven na het uitzitten van zijn gevangenisstraf, maar een collaborateur bleef verdoemd. En drie. In West-Europa had alleen België nog geen amnestie aan de collaborateurs verleend. De Vlamingen wilden wel, maar de Walen bleven er zich tegen verzetten.

 

Ik weet dat jij streeft naar rechtvaardigheid, maar kies jij de kant van de collaborateurs?

Ik kies noch voor de collaborateurs noch voor de verzetslui. Ik ben militair. Ik kies voor een sterk leger dat in staat is zijn land te verdedigen tegen gelijk welke vijand. Maar ik ben toch blij dat je me de vraag van Suykerbuyck hebt voorgelegd. Want daarmee kan ik erop wijzen dat ook in deze materie de Walen en de Vlamingen elkaars tegengestelden zijn. Blijven samenleven is voor hen onmogelijk.

 

Heb je in Ellezelles en omstreken nog andere tegenstellingen of problemen opgemerkt tussen de Vlamingen en de Walen?

Natuurlijk. Ik ben immers verschillende jaren in alle stilte volop met mijn onderzoek bezig geweest. Te veel tegenstellingen. Een van mijn vele vrienden bijvoorbeeld was een Vlaming die in Ellezelles woonde. Hij was een levenslustige, vrolijke muzikant en gehuwd met een Waalse. Hij speelde het liefst meeslepende Ierse muziek en woonde in een soort kasteeltje, waar hij in de grote voortuin gezellige barbecues inrichtte voor de kunstenaars uit de wijde omgeving. Ook Timi en ik waren er telkens op uitgenodigd. Op een dag begon hij op het marktplein met een café. En nu komt het: terwijl de Waalse fiscus de Waalse uitbaters in hun beginjaren en zeker in hun openingsjaar met rust liet, zodat ze met elan hun zaak konden starten, begon hij mijn Vlaamse vriend vanaf het begin te pesten.

 

Dus ambeteren omdat hij een Vlaming was?

Dat was duidelijk. Het was een gezellig, ouderwets cafeetje met warmbruin houten opsmuk. Timi en ik voelden er ons direct thuis. Toen ik er voor het eerst binnenstapte, vielen mij meteen twee zuur kijkende heerschappen op die aan het linker tafeltje zaten. Dáár zaten ze telkens als ik er kwam. Dáár bleven ze, ook telkens, urenlang zwijgend recht vooruit staren naar de muur tegenover hen, en ook naar de klanten die druppelsgewijs binnenkwamen of vertrokken. “Van de Belastingen”, fluisterde mijn vriend me in het oor. “Daar was ik al zeker van”, knikte ik terug. Met een geveinsde glimlach ging hij daarna naar hun tafeltje, voor elk een biertje. Ik heb aan mijn vriend nooit durven vragen of ze er voor betaald hadden. En ik heb hem ook nooit ontmoedigd door te zeggen dat ik er zeker van was dat ze hem gingen nekken.

 

En is het ze gelukt?

Ja, mijn vriend werd zodanig gepest, dat hij zijn café vrij vlug heeft moeten sluiten. Maar het omgekeerde gebeurde en gebeurt toch ook?! Neem nu bijvoorbeeld een Vlaming die het Frans buitensporig promoot of een Vlaamse zangeres die alleen maar Franse en zeker nooit Vlaamse liedjes zong, awel, die mocht ervan verzekerd zijn dat Frankrijk haar als dé artieste van het jaar ging honoreren. En wat deden de neocommunistische Vlaamse radio’s? Niet alleen zonden ze haar liedjes volop in Vlaanderen uit, maar ook de liedjes van een Fransgezinde Vlaming die in de teksten van zijn chanson volop spuugde op de Vlamingen. Zoiets kon toch de aanzet zijn voor de Walen om een Ierse muziek spelende Vlaming te kelderen?