- 666 -

Och, ik weet het al: ze wilde een zeldzaam albinootje.

Daarvan was ik zeker niet van mijn stoel gevallen… Nee, nee, hou je vast, hé: ze wilde een paard!

 

Een paard? Oh, ja: Red Sky. Nu herinner ik het me. Je kocht het voor haar verjaardag. En je beeldde het af in je schilderij ‘Mijn Familie’. Werkelijk een mooi paard.

Precies. Maar toen ze me dat vroeg, keek ik zó verbaasd naar haar, dat ze me begon uit te leggen waarom ze een paard wilde.

 

Het lijkt me inderdaad niet zo’n vanzelfsprekend geschenk.

Misschien had ze me het vroeger al verteld en had ik het vergeten. Als kind had ze namelijk een pony gekregen van Berten, haar vader. Die was toentertijd voor de zoveelste keer dronken thuisgekomen en had die pony blijkbaar gewonnen in een café. Timi en de pony – die ze meteen “Pony” doopte - werden onafscheidelijke maatjes. Maar enkele weken later nam Berten de pony van Timi af en verkocht hem aan de vader van een klasgenootje van Timi. Zoiets mag je je kind nooit aandoen! Dat had een groot litteken in het kinderhart van Timi achtergelaten. Jarenlang al leed ze daaronder, in alle stilte. Een trauma dat nu zeker moest geheeld worden.

 

En door die stommiteit die haar vader had begaan, vroeg ze nu een paard aan jou.

Ja, maar ik kende op dat moment niks van paarden… Vroeger hadden mijn vader en mijn grootvader mij wel over hun militaire paarden verteld, maar meer wist ik ook niet.

 

Ja, de paardenwereld is zeker wel iets apart.

Dat is waar. Ik nam me voor om Timi voor haar eerstvolgende verjaardag te verrassen met een paard als cadeau. Gelukkig kende ik een paardenhandelaar. Eén enkele. Hij woonde in de omstreken van Ellezelles. Enkele weken voordien hadden we hem in Ellezelles ontmoet op een kermis. Een nogal norse man, maar op de een of andere manier vond ik hem sympathiek. Op die kermis had hij enkele paarden te koop gesteld. Daar was een appaloosa bij.

 

Oh, ja, zo’n mooi paard met een witte vacht met overal van die kleine, donkere vlekjes.

Ja, dat paard wilde ik Timi cadeau doen, omdat het haar had beschermd toen we er passeerden.

 

Misschien is dat de drijfveer geweest die haar trauma deed heropflakkeren. Waartegen beschermde het haar?

Aan de kerkmuur stonden op die kermis een zestal paarden naast elkaar te koop met hun hoofden naar de muur gericht. Toen we er passeerden, wilde het tweede paard, dat een zeer grote bruine hengst was, Timi een achterwaartse stamp geven. Waarom? Ik begreep het zelf niet, want Timi wandelde daar rustig voorbij. Maar het eerste paard, een appaloosa, dat nochtans kleiner was, duwde die bruine hengst opzij om Timi te beschermen. Timi had dit opgemerkt, bleef staan en bedankte liefkozend die appaloosa en bleef er een tijdje tegen babbelen.

 

Het was een goed idee van jou om dat paard voor haar te kopen.

Daarom telefoneerde ik naar die paardenhandelaar zonder medeweten van Timi – want het moest een verrassing blijven – om er een optie op te nemen. Maar hij antwoordde me dat die al verkocht was. “Maar ik heb nog een veel beter en mooier paard voor uw vrouw,” vervolgde hij, “het is een prachtige, jonge ruin van bijna drie jaar, ook wit, maar met grote rode vlekken. Het is een ‘indiaan’, een echte mustang. Zijn moeder hebben we ingevoerd uit Amerika. Voor zo’n paard hebt ge geen hoefsmid nodig. De indianen kappen hun paarden nooit. Indianenpaarden kloppen zelf de aangroei van hun hoeven eraf, precies zoals de wilde paarden dat doen. Daarmee spaart ge van de kosten toch elke trimester wat geld uit.” Pardaf! Mijn eerste les. Een voorsmaakje van wat me te wachten stond? En toch wilde ik Timi gelukkig maken. Dus zette ik door.

Timi en haar pony