- 678 -

 

’s Avonds om halfacht was de grote Trouwzaal volgelopen. Timi en henry waren met de laatsten gearriveerd en stonden recht, achteraan, tegen de muur. Een ideale plaats vanwaar henry alles goed in de gaten kon houden. Hij schatte vlug het aantal aanwezigen: ongeveer honderd. Op dat moment kwamen de twee verantwoordelijke Gentse schepenen met enkele beambten statig de zaal binnen en gingen vooraan op de stoelen zitten, achter een langgerekte tafel. Na wat getik op de micro en wat gekuch in zijn vuist nam de neocommunistische schepen, die als hoofdverantwoordelijke fungeerde van het hele gebeuren, het woord. Doodgemoedereerd vertelde hij in de micro na een hele hoop gelul aan al die doodgewone mensen, die in de zaal zaten, dat hij ze ging onteigenen. En van al die doodgewone mensen was er niemand, maar dan ook niemand, die zich roerde. Ze bleven daar allemaal maar zitten. Verbluft keek henry naar al dat hoofdhaar en al dat kaalhoofdigheid dat vóór hem onbeweeglijk bleef en waaruit geen sprietje van verzet groeide. Dat waren zo van die momenten dat henry kon losbreken, dat zijn naar rechtvaardigheid zoekend grootmoedersbloed in hem losbarstte. En híj had daarvoor geen micro nodig. Zijn bij het leger getrainde stem overdonderde meteen de woorden die uit de micro weergalmden van de Gentse schepen, die als versteend stopte met spreken. Gans de zaal keerde zich om en luisterde naar henry, die gedurende vijf minuten op het schandalig gedoe van het stadsbestuur wees. Een gedoe, waarbij honderd Gentenaars werden verzameld om aan hen doodleuk mee te delen, dat ze bijna allemaal hun lievelingsdier naar de slachterij gingen moeten brengen. Een gedoe, waarbij het Gents stadsbestuur het bovendien nog normaal vond, dat alle aanwezige paardenvrienden die beslissing zomaar braafjes moesten slikken. Na die vijf minuten bleef het eerst een paar seconden muisstil. Daarna brak voor henry een oorverdovend applaus los van honderd mensen. Eén schepen vertrok direct in alle stilte, met zijn beambten. De neocommunistische schepen had wat meer tijd nodig, omdat hij zijn documentatie bij elkaar moest scharrelen. Nadat hij daarin geslaagd was, glipte hij bangelijk met het hoofd ingetrokken tussen de schouders naar buiten, want daarvoor moest hij rakelings voorbij henry passeren, die op dat moment aan de uitgang geïnterviewd werd door een journalist.

 

 

 

 

 

 

 

Alle paardenliefhebbers van de Gentbrugse Meersen schaarden zich sinds die dag achter henry en zagen in hem hun leider. De leider die het leven van hun dieren ging redden.

In die geest begon henry met z’n volle overtuiging actie te voeren. De dag nadien verscheen er al een artikel in verscheidene dagbladen met een foto van een fel protest tegen het Gents stadsbestuur. Op deze foto bemerkt men henry uiterst links en Timi de zesde van links. Allemaal tonen ze een plakkaat dat henry enkele uren voordien met zijn PC-printer had afgedrukt. Het beloofde er hard tegen niet-zacht te gaan worden.